14-05-2014

15-04 De was

Ooit, in wat nu voelt als een ver verleden, woonde ik in een kamer en had ik mijn wasmachine gestald bij de ouders van een vriendin. Ik deed mijn was een keer per week in de wasserette aan de Lijnmarkt. Het had de geur van wasmiddel en -verzachter, die ik zelf meenam, omhult in de stoom van de wasdrogers die uit het pand kwam zetten en die je, als de wind goed stond, aan de overkant van de straat, waar het niet meer Lijnmarkt heette, maar Oudegracht, kon ruiken.
Vandaag ga ik weer eens naar de laundrette, met mijn kleren met Australisch vuil en vooral eigen zweet. Het gebruik van de wasmachine kost 4 dollar, te betalen in muntjes van 1 of 2 dollar. Een pakketje wasmiddel (waarom had ik dat nou niet meegenomen?) kon evenzo alleen betaald worden in muntjes van 1 dollar, en de drogers konden worden gebruikt in units van 10 minuten en daar kon je eventueel ook 50 dollarcent in gooien.
Zoveel muntjes heb ik niet, zo gaat dat op vakantie, dus ik moet een wisseltruuk uithalen in de coffeecorner naast de laundrette; een espresso betalen met een briefje van 20 dollar, met Mary Reibey, zakenvrouw in Sydney in de 19e eeuw en John Flynn, oprichter van de Flying Doctors, en kleingeld terugkrijgen in vorm van 1 en 2 dollarmuntjes. Ik neem aan dat het vaker gebeurd, maar het meisje moest wel ernstig glimlachen toen ik een en ander uitlegde. 'Here's your change, I will make the espresso when you're back,' zegt ze vrolijk. Ik zie een leuk bussinessconcept!
Het leek me leuk, wassen in een laundrette, waar je toch een ander slag locals ontmoet. De studenten, de kleine keuterwerknemers zonder wasmachine, de immigrant die al vijf jaar werkt in Melbourne, maar nog steeds denkt terug te gaan. Zo stelde ik me dat voor. Er was echter helemaal niemand in de wasserette. Misschien was ik te vroeg; of juist te laat, het is een doordeweeksewerkdag tenslotte. Denk ik, want ik ben de dagen inmiddels kwijt in het ritme van de eeuwige vrije tijd die een vakantie is.
Terwijl mijn was draait en spint en droogt in de laundrette ga ik ontbijten in de coffeecorner, met de lokale krant. Een mevrouw vertelt de verslaggever hoe leuk ze het vindt dat de prinses op bezoek komt in Melbourne (als ik net weg ben, gelukkig voor mij) en dat dat goed zal zijn voor de omzet van haar winkel. Ik loop naar hiernaast en stop de was in de droger. De meneer die meer dan 100 kilo afviel in een tv-afvalprogramma. Ik heb hem op tv zien winnen, de eerste keer dat ik Teena ontmoette in haar huis. De was is een soort van droog. Condensdroog, trommeldroog, kastdroog. We lijken wel de inuits met 100 woorden voor het concept droog.

Na de wasserette wordt deze dag een soort tussendoordag, zoals je die hebt op langere vakanties. Een dag waarin je niet op vakantie bent, omdat je dingen moet doen voor jezelf, zodat je daarna weer op vakantie kunt zijn. De was, je koffer inpakken, een kaartje voor de trein van morgen regelen, treintijden controleren, eten kopen voor lunch in de bus van morgen.

Lentils are everything is een hippe plaats. Er is een wachtrij van 10 mensen, buiten het café. En ik ben maar alleen om een tafel van meerderen in te nemen, dus ik ga bij de buren eten; een vegetarische burger met friet. Friet eten ze hier blijkbaar standaard met curry, daar krijg ik ze mee. Grappig, die culturele verschillen.

Ik druk een bookcrossingmagneetje op de koelkast in het huis van Teena, een afscheidskadootje uit de goodiebag die ik had gekregen op de conventie. Teena geeft mijn twee boeken mee voor onderweg; de andere Tsiolkas en een boek dat ze besproken heeft met de Readings leesgroep. Ik heb het voor elkaar gekregen dat mijn koffer na de bookcrossconventie zwaarder is dan ervoor...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten