29-05-2014

18-04: Great Ocean Walk Otway - Castle Cove

9.00 uur:
Het is begonnen met stortregenen. Ik sta in mijn regenkleren, mijn rugzak beschermd met een regenhoes. Het giet werkelijk alsof de hemelsluizen zijn opengezet. Met Parker, de Taiwanese Great Ocean walker rijd ik in de taxi naar het beginpunt van de wandeling van vandaag; Cape Otway, het zuidelijkste puntje van het vasteland van Australië. Mijn startpunt is het Cape Otway Lighthouse, maar dat is nog gesloten. Het giet nog steeds, dus ik blijf maar niet wachten om het te kunnen bezichten, maar ga lopen. Eerst nog even plassen in de openbare toiletten. Ik plas en de lucht piest op mij door de gaten in het dak. Het is een wandeling van 20 kilometer Van Cape Otway

 door de bossen, over de kliffen, via het strand tussen de eucalyptusbomen, langs de rivier,

 naar Castle Cove. Een beetje Ierland, maar toch echt verschillend. Gelukkig stopt het na een uurtje met hard regenen en komt gedurende de wandeling zelfs de zon even langs. Ik loop en loop en loop tot de keuze komt tussen langs het strand of over de kliffen. Ik daal af naar het strand. Ik hoor de bulderende golven en als ik de bocht omdraai snap ik waarom; het wordt vloed.
Het strand waar ik over loop wordt steeds smaller. De golven klotsen over mijn schoenen. Een uitloper van de kliffen verspert mijn weg. De golven klappen op de stenen en barsten uit elkaar in miljoenen druppels, die als zoute regen op mijn regenjas tikken. Het is een oergeluid. Ik klim over de glibberige stenen in de hoop dat daar achter strand ligt.
Dat ligt er, een smal strookje. Gelukkig zie ik in de verte het bord met de gele pijl die aangeeft dat de wandelroute daar weer omhoog de kliffen op gaat. Op de kliffen kijk ik achterom en zie het strand verdwijnen en de golven tegen de kliffenkuts opklotsen.
Het laatste deel is erg mooi. Ik loop door de struiken en bij iedere bocht heb ik prachtig uitzicht over de zonbeschenen zee die op de kliffen beukt. Hier heeft dus ooit Antartica aan vastgezeten. Daardoor zijn de kliffen zo verticaal. Ze lopen nog kilometers zo door onder de zeespiegel. De golven worden nergens door afgeremd en klappen met volle maankracht op de kust.
De rivier is de Aire river. Ik zie hem liggen als ik hoog op de kliffen sta, en zie in de verte de brug die ik over moet. Het is hier heel ander landschap, lieflijker, minder ruig dan de kliffen, met bos langs de rivier. Geen menselijk bebouwing te zien, kilometers ver, anders dan de brug.
Voor de brug is een ketting gespannen en een bord 'Road closed'. Wat nu? Ik moet echt naar de overkant en zie geen andere mogelijkheid dan deze brug. Geheel in stijl met de vakantievibes, waarin ik veel stoutmoediger ben dan anders, kruip ik onder de ketting door en glip over de brug. Gelukkig hoor ik niet de verwachte zwaailichten en sirenes en boze boswachters die mij meenemen voor vier dagen water en brood, maar alleen vogeltjes in de bomen en de golven van de rivier. Ladida, ik ben helemaal niet net de brug overgestoken, ik sta altijd al aan deze kant. 

15.00 uur:
De taxi haalt mij weer op van Castle cove. Ik heb geen grot gezien, maar misschien zit die in de klif waar ik op sta. Vier milieutechnici in opleiding rijden met mij mee. Zij gaan de hele Great Ocean walk lopen de komende paasdagen en komen vandaag aan in Apollo Bay. Ik stop met lopen, en geef ze mijn wandelkaart. De taxichauffeur zet de radio aan. INXS!

18.30 uur:
Het hostel is helemaal vol met allemaal nieuwe mensen. Iedereen die ik ken van de eerdere dagen is verdwenen, op doorreis naar andere plekken, zoals ik morgen ook zal doen. Het is alsof ik net aangekomen ben in een nieuw hostel en ik moet helemaal opnieuw wennen. Ik ben ook nog verhuisd naar een andere bungalow, met twee Duitse meisjes en een Australisch paar. Ik ga maar douchen na de wandeling en de wereld op mij af laten komen, en iets eten in Apollo Bay. Mijn laatste avond hier.
Ik kom Jane tegen op straat, de vrouw die gisteren bij mijn vistafel kwam zitten en we besluiten samen eten en vertellen elkaar ons levensverhaal bij de lokale Chinees.


26-05-2014

Kaarten


Deze kaart geeft een idee waar we nu zijn in het verhaal. De Great Ocean Walk is op het Zuidelijkste puntje van het vasteland van Australië, onder Melbourne. De stukken in de zwarte vierkanten heb ik deze twee dagen gelopen, van Apollo Bay naar Shelly Beach en van Cape Otway naar Castle Cove.
Ik had al lang geleden bij de voorbereidingen bedacht dat ik hier wilde wandelen en had een kaart gekocht om te kijken hoe dat moest. De beste kaart die ik kon vinden was een 4-wheeldrive kaart. Met die kaart en het internet kwam ik er niet uit hoe ik hier de hele Ocean Walk kon wandelen. Ik had twintig kilo bagage bij me, dus van plaats naar plaats wandelen was niet zomaar een optie. Bovendien zijn er slechts sporadisch ho(s)tels en kamperen wil ik niet. Bovendien heb ik daar de spullen niet voor. Als ik wilde wandelen moest ik van wandeling naar wandeling en terug vervoerd worden. Die optie is er en heet GOR, een soort busjes die dat doen. Maar hoe ik dat moest regelen, en wat dat kost, werd me niet duidelijk. Ik kon op de enorme afstand Nederland-Australië niet zien hoe dat moest, en het internet, die grote afstandsverkleiner, geeft hiervoor weinig informatie. Pas in Apollo Bay zag ik dat als ik wilde ik het wel kon regelen. De taxi bracht mij bijvoorbeeld naar Cape Otway en terug van Castle Cove voor opgeteld 50 dollar, zeg 30 euro. Dat is gezien de afstand niet veel geld. Ik had het wel gedeeld met anderen die dezelfde taxi namen, dat moet je ook maar overkomen. Lukt het niet, dat zit je of vast, of betaal je 100 dollar of meer voor een enekele reis. Misschien had ik het er op aan moeten laten komen, maar dat durfde ik in de planning in Nederland niet.
De eerste wandeling heb ik gelopen met de 4wheeldrive kaart. Dat ging heel behoorlijk, maar het blijft, ondanks dat het veel duidelijker is dan de autokaart, schematisch. Die avond kocht ik bij de tourist information een mooi wandelkaart voor de tweede wandeling van Cape Otway naar Castle Cove. De 4wheeldrivekaart gaf ik weg aan een van de jongens in het hostel waarmee ik had gepoold. Hij had een motorfiets en kon de kaart goed gebruiken. De wandelkaart heb ik na de wandeling weggeven aan een groep Ecostudenten die met mij in de taxi reisden en de volledige Ocean Walk gingen lopen.

21-05-2014

17-04: Great Ocean Walk deel 1

In the news: Fence keeps people form feeding seals

Het is avond in Apollo Bay en ik zit in een upperclassplek, met maaltijden van 50 dollar, zonder de wijn, in nette kleren, komen er twee mensen binnen in short en t-shirt... Dat had ik gisteren dus ook kunnen doen.
Het restaurant is boven de bakkerij die mijn standaard ontbijt- en koffieplek wordt in Apollo Bay. Met een smalle trap kom je boven. Ik zit aan een tafel in een hoekje, onder het krijtbord met de specials van vandaag. Dat zijn de visgerechten, met de vangsten van vandaag.
Fish it is going to be! Na een aantal teleurstellende vegamaaltijden nu een posh-vis. Want wat heb ik tot zover gegeten? Een kangoeroeburger op het dakterras van het hostel, Japanse salade uit een plastic bakje bij Madama Butterfly, een vegetarische pizza met australische wijn op de laatste dag in Sydney. In Melbourne heb ik gegeten bij Sisters of Soul, een echt vegetarisch restaurant, wat je als vegetariër dan moet sponsoren vind ik, want zoveel zijn er daar niet van. Ik had er een vegetarische pad Tai, en die was eigenlijk heel gewoontjes, niet anders als ik hem thuis maak, en dat wil je toch wel in een restaurant. Bij de buren van Lentils had ik een vegaburger,  die was wel erg lekker. En gisteren dus de nummer 84 vega-pizza. Nu wil ik dus een echte restaurantmaaltijd. Ik bestel iets van de specials, een hele Victoria Redfin, met Riesling uit de buurt. Ik neem een slokje, pak mijn blogboek, en ga vandaag schrijven...

Vandaag was een heerlijke dag, waarin alles goed kwam. Het tourist information centre belde de taxi voor mij om me na de wandeling te komen ophalen op een afgesproken punt, bij Shelly Beach. Het is een wandeling van 10 kilometer en ik schat in dat ik 3 uur in de middag makkelijk moet redden.
De meneer die ik had wakker gemaakt was vertrokken. En ik ga wandelen.
Ik smeer mijn lunchpakket met de pindakaas en cheddar, als mr. Gizmopuddy, de man van
de bookcroster Gizmopuddy, langswandelt met een drone. Het is een soort modem met propellors en een webcam waarmee videobeelden worden gemaakt als hij in de lucht is. Wij drie mannen, de mannen waarmee ik gekaart en gepold heb, worden direct weer kindjes! Een vliegend object! De douane blijft een vaag ding; noten naar Australië meenemen levert een gigaboete op, maar een drone het land in brengen, geen probleem...
De drone is radiografisch en heeft vier propellors, een camera en GPS. Mr Gizmo stuurt hem de lucht in voor een ronde over Apollo Bay en hij komt vanzelf weer terug bij zijn GPS coördinaten van de start. Dat is nog eens wat anders dan de radiografisch bestuurbare vliegtuigjes die ik me herinner van mijn vader, toen ik tien was. Die stonken naar petrolium en kwamen zeker niet terug. Vader vloog 15 minuten en was een uur bezig om het vliegtuig terug te vinden.

Het is een geweldige wandeling, met alles er in. Het is heerlijk weer voor wandeling, zonnetje, twintig graden ongeveer, een beetje wind. De wandeling begon bij mijn hostel en het eerste stuk was onroad naar een plaatsje dat Cape Morengo heette. Het geasfalteerde pad liep langs de baai van Apollo, waar een aantal wildwaterkanoërs in de surf speelden. In Cape Morengo ging ik van de gebaande paden af en over het rotsige strand met door het water grillig gebeeldhouwde rotsen. Tot Storm point loop ik verder over het strand, de geur van vis, het geluid van de rollende golven.
Bij Storm point wordt mijn route geblokkeerd door een aantal rotsen, waar de golven tegenaan kletsen. Even later vind ik een paadje omhoog over de klif en ben ik weer op weg, nu over de kliffen, tussen de door de wind verwrongen bomen door. Soms moet ik omhoog, soms naar beneden. Over het strand bereik ik Three creeks, beneden aan het strand.
Bij Three creeks gaat de weg gestaag omhoog, en loop ik het regenwoud in. Enorme eucalyptica torenen boven mij uit. Ik hoor de ara's en andere vogels kwebbelen en tussen de bomen door schieten. Varens en groene planten bedekken de bodem tot op ooghoogte. Er kruipt en kriebelt  van alles tussendoor, vingerkootmieren, duizendpootachtigen. Vingerkootmieren zijn de dieren die ik vooral rond mij zie, mieren zo groot als twee vingerkootjes, vermoedelijk bull-ants. Er is geen goede manier om het regenwoud te beschrijven als je er niet bent geweest. Het is donker, alsof er om je heen alleen maar bomen zijn die de lucht verstikken. Ik voel me in een soort tunnel van groene planten. De aarde, de lucht, lijkt verdwenen.
Ik klim hoger en hoger. Er komt weer lucht tussen de eucalyptusbomen, de woudreuzen die ver onder mij beginnen en ver boven mij hun top hebben. Vogels spreiden hun vleugels en staart en zweven van boom tot boom. Kleine zwaluwachtigen vliegen recht op me af, maken een haakse bocht en schieten de varens in. Ik kom een bord tegen, een stukje mens, dat me waarschuwt dat ik voor slangen moet oppassen en voor neervallende takken. Ik kijk meteen omhoog en naar mijn voeten, maar geen slangen en geen neervallende takken.

Even later kom ik bij de picknickplaats van Shelley beach. Boven mij eten twee koala's hun lunch van eucalyptusbladeren. Twee kleine blobjes in enorme eucalyptusbomen.


Bij de picknickplaats zijn twee Australische dames, waarvan er een Nederlandse voorouders heeft. We babbelen en ze blijken op vakantie te zijn geweest in Utrecht. Hoewel ik later ben vertrokken dan gepland vanwege de drone, heb ik nog wat tijd over voor de taxi komt en daal weer af naar Elliot Creek. Elliot Creek is een lieflijk riviertje met een waterval en lush vegetation erom heen. Achter mij kletteren de golven op Shelley Beach. Ik moet weer omhoog, naar mijn taxi.

Allan is de taxichauffeur van dienst. Naast taxichauffeur heeft hij ook een dairyfarm met koeien. Ik bekijk zijn foto's van de Great Ocean Walk, waarbij ik er een aantal herken van plekken waar ik net ben geweest. Allan heeft een optie voor morgen om mee te rijden met iemand anders en nog een wandeling te lopen. Ik kan dan wandelen van Cape Otway met de vuurtoren tot Castle Cove, 15 kilometer, een behoorlijke uitdaging, maar ik heb er de hele dag voor!

De Victoria Redfin is een groot succes. Als hij geserveerd wordt is het hele restaurant jaloers! Iedereen mompelt of zegt hardop dat hij dat had moeten bestellen. Het is een prachtige hele vis, met kop en staart en ingewanden, die ik langzaam peuzelend verwijder.

Er komt een vrouw naar mijn tafel. Ze stelt zich voor als Jane. Ze zat met twee andere vrouwen aan een ander tafeltje. Ze logeert in Bimbi park en werkt daar voor kost en inwoning. Waarom ze hier dan eet wordt snel duidelijk, de vader van een van de anderen aan haar tafeltje is ziek geworden en dit het een afscheidseten voor diegene die naar huis gaat om voor haar vader te zorgen. We praten leuk en ik krijg haar emailadres. Een date dankzij een vis!

Mood: :-) :-) :-)

17-05-2014

16-04: Omgekeerd

Deel 1: Localtourist
Koffie! Voor ik ga reizen naar Apollo bay wil ik koffie.
Ik ga naar Starbucks met mijn Starbucks stempelkaart. Nog twee stempels en ik krijg gratis koffie! En dat is de lol van Starbuck, dat het over al zit en overal hetzelfde is... De jongen achter de kassa kent mijn stempelkaart niet en wil hem graag als souvenir. Ik geef hem, nog een stempel te gaan, af, en ik krijg een gratis Chestnut Machiatto. De omgekeerde wereld, de local die een souvenir krijgt van de traveler.

Deel 2: Binnenbuiten
Het landschap suist aan mij voorbij. Ik kijk op uit de trein waarin ik dit schrijf. We zijn echt niet meer in Nederland! Het is wijds, bruin landschap, met een paar bomen. Hier en daar grazen koeien. Het klinkt heel Nederlands, maar we zijn echt niet meer in Nederland.

Overal onderweg zie je waar Australië rijk van is geworden; delfstoffen. Fabrieken graven het binnenste van Australië op om te verkopen aan China. Gigantische tanks oogsten de mineralen, olie en kolen die waarde hebben. Grote waterbakken scheiden de waardevolle componenten van het waardeloze rode zand. Enorme graafmachines werpen stof op. Uit buizen spuit het rode zand op hopen. Het binnenste wordt het nieuwe buiten. Enorme vrachtwagens rijden over het nieuwe buiten, met in hun buik het oude binnen, het goud, de kolen, de metalen, naar de havens, waar het in enorme platte schepen over de oceanen wordt vervoerd naar China; een constante rij varende bergen over de zee.
Australië verkeerd in staat van ontbinding. Wij mensen zijn de aaskevers die het land strippen van zijn bodemstoffen en onverteerbaar stof achterlaten. De wind doet de rest, Australië verdwijnt langzaam in stofwolken over onze Aarde, tot de Indische oceaan en de Pacific elkaar groeten en het ooit aanwezige continent in de golven verdwijnt.

 Deel 3: werkelijkheid in te kleuren
Apollo Bay is een kleine kuststad ten zuiden van Melbourne, aan de slingerende Great Ocean Road. De lokale bus van Lorne naar Apollo Bay brengt mij naar de halte, de enige van de stad, voor het tourist centre. De Great Ocean Road slingert langs de kust van Melbourne naar het Zuiden en dan weer omhoog richting Adelaide, waar hij nooit aankomt, omdat hij in de tussentijd van naam verandert. Het is de kust die vroeger Australië en Antartica verbond. Door het tektonische ritme van de aardplaten zijn Antartica en Australië ruw van elkaar los gescheurd, wat een prachtige kustlijn tot gevolg heeft, met recht naar beneden dalende kliffen.
De rit naar Apollo Bay heeft de soundtrack van het kindje twee stoelen voor mij, dat de hele rit met haar I-pad speelt. "Color this drawing. Press C to continue, press O for options, press C for colours, press F for fill." De zee strekt zich uit voor onze ramen. "Color this drawing. Press C to continue, press O for options, press C for colors, press F for fill." De weg loopt langs de steile rotswanden, met eucalyptusbomen tot ver boven ons. "Color this drawing. Press C to continue, press O for options, press C for colors, press F for fill."

Deel 4: binnenstebuitenmens
Apollo Bay is een lange straat met winkels en restaurants langs de kust, die afbuigt naar rechts. Daar zit mijn hostel, dat Surfside backpackers heet. Omdat het nog niet druk is, krijg ik een andere kamer, vier in plaats van vijf bedden, in het centrale verblijf waar ook de keuken en de gezamelijke ruimte is.
Ik kan niet aan het nieuwe ritme wennen. Voor mijn gevoel gaat alles anders, en is alles in een andere tijdzone dan ik, hoewel dit het stukje reis is dat ik niet van tijd verander. Maar toch, Melbournetijd is anders dan Apollo Bay tijd. Ik heb een leuk gesprek met iemand van de VVV en krijg allerlei tips hoe dingen te doen. Ik koop ontbijt en lunch voor de wandeling die ik morgen wil maken, 10 kilometer langs de kust en door het regenwoud. Wit zuurdesembrood, Tasmaanse kaas (Cheddar natuurlijk, het is hier Commonwealth), nutella en pindakaas met honing die ze hier in de supermarkt verkopen. Ik moet een taxi bellen die me morgen van het eindpunt van de wandeling terugbrengt naar Apollo Bay, maar dat durf ik nog niet zo goed.
Inmiddels is het vier uur, en ik ga een korte wandeling lopen naar Mariners lookout, op een berg, met uitzicht over de kliffenkust en het dorpje Apollo Bay. "Are we going to the lookout?" vraagt een meisje van een jaar of zes met een hopeloos posh-engels accent. Dat gaan ze niet. "Well, I am," zeg ik. "Oh, just walk straight ahead," zegt de moeder, "You can't miss it. Quite a climb though." De weg gaat inderdaad een paar kilometer stevig omhoog, en ik zweet als een iiwi. Boven zijn er die prachtige uitzichten en schaapjes. Het is bijna Ierland!

Terug in de stad lukt het me niet echt een plek te vinden om te eten. Ik wil wel lekker eten, maar ben nog gekleed in iets eenvoudigs en stink, denk ik, naar zweet. Ik blijf de straat op en neer lopen voor iets geschikts, maar ik vind dat niet. Ik eet uiteindelijk in een soort grote eetschuur met plastic tafeltjes. "Number 84!" En dat ben ik, met een vegetarische pizza.

Na die mislukking had ik misschien moeten gaan slapen, maar ik zocht contact met de mensen in de YMCA. Poolen en kaarten, maar het lukt me niet me goed te uiten. Om half een ga ik naar bed en maak ik mijn roomy wakker, omdat ik niet wist dat die er was, door het licht aan te doen en in mijn kamer te rommelen.

Deel 5: all creatures great and small
Australië is een land van oases, kleine bewoonde gebieden in een enorm niets. Iedereen moet uiteindelijk aanspoelen in een van die oases. Een van mijn kamergenoten in het Surfsides backpackers is de man van een  bookcrosser van de conventie. Hij is zijn eigen gang gegaan en niet naar de conventie geweest, maar vanuit Sydney en Ulluru in Apollo Bay gestrand. Ik ken hem niet, en zijn vrouw niet meer dan vijf zinnen op de conventie, en hij mij ook niet, maar hij herkent mij aan mijn Bookcrossingconventie t-shirt dat ik draag. Het is een kleine wereld, en dat geldt zeker voor Australië.

Deel 6: vervormd
Cees Nooteboom schrijft dat hij Orion, het sterrenbeeld, in Australië op zijn  kop zag. Volgens mij is dat niet zo. Hij is gekanteld, meer dan 90 graden, maar niet ondersteboven. Het blijft een raar gezicht, een zo duidelijk herkenningspunt aan de hemel, helemaal vervormd. Een beetje zoals deze dag in Apollo Bay voor mij.

15-05-2014

Regular life in Melbourne


       Melbourne in de regen                                           -  iiwi met poes in de tuin
       Zuurstokken maken                                               - Trams

Bij de Mac

Flaneren bij de pier in St Kilda

                   St kilda                                                                       - Phone home

In het Luna Park in St Kilda

Little Free library op het Centraal Station
Autoreparatie aan de Esplanade
                  
                              Skaten                                                    - Aan de baai
                                                                  Joggen



     Eten aan de Yarrah                       - Streetart                                                 - Chinatown
     Collins Place                                - Voetgangersbrug Flinders st                    - Windowscleaning 1





Streetart
Windowscleaning II

Avond in Melbourne


14-05-2014

15-04 De was

Ooit, in wat nu voelt als een ver verleden, woonde ik in een kamer en had ik mijn wasmachine gestald bij de ouders van een vriendin. Ik deed mijn was een keer per week in de wasserette aan de Lijnmarkt. Het had de geur van wasmiddel en -verzachter, die ik zelf meenam, omhult in de stoom van de wasdrogers die uit het pand kwam zetten en die je, als de wind goed stond, aan de overkant van de straat, waar het niet meer Lijnmarkt heette, maar Oudegracht, kon ruiken.
Vandaag ga ik weer eens naar de laundrette, met mijn kleren met Australisch vuil en vooral eigen zweet. Het gebruik van de wasmachine kost 4 dollar, te betalen in muntjes van 1 of 2 dollar. Een pakketje wasmiddel (waarom had ik dat nou niet meegenomen?) kon evenzo alleen betaald worden in muntjes van 1 dollar, en de drogers konden worden gebruikt in units van 10 minuten en daar kon je eventueel ook 50 dollarcent in gooien.
Zoveel muntjes heb ik niet, zo gaat dat op vakantie, dus ik moet een wisseltruuk uithalen in de coffeecorner naast de laundrette; een espresso betalen met een briefje van 20 dollar, met Mary Reibey, zakenvrouw in Sydney in de 19e eeuw en John Flynn, oprichter van de Flying Doctors, en kleingeld terugkrijgen in vorm van 1 en 2 dollarmuntjes. Ik neem aan dat het vaker gebeurd, maar het meisje moest wel ernstig glimlachen toen ik een en ander uitlegde. 'Here's your change, I will make the espresso when you're back,' zegt ze vrolijk. Ik zie een leuk bussinessconcept!
Het leek me leuk, wassen in een laundrette, waar je toch een ander slag locals ontmoet. De studenten, de kleine keuterwerknemers zonder wasmachine, de immigrant die al vijf jaar werkt in Melbourne, maar nog steeds denkt terug te gaan. Zo stelde ik me dat voor. Er was echter helemaal niemand in de wasserette. Misschien was ik te vroeg; of juist te laat, het is een doordeweeksewerkdag tenslotte. Denk ik, want ik ben de dagen inmiddels kwijt in het ritme van de eeuwige vrije tijd die een vakantie is.
Terwijl mijn was draait en spint en droogt in de laundrette ga ik ontbijten in de coffeecorner, met de lokale krant. Een mevrouw vertelt de verslaggever hoe leuk ze het vindt dat de prinses op bezoek komt in Melbourne (als ik net weg ben, gelukkig voor mij) en dat dat goed zal zijn voor de omzet van haar winkel. Ik loop naar hiernaast en stop de was in de droger. De meneer die meer dan 100 kilo afviel in een tv-afvalprogramma. Ik heb hem op tv zien winnen, de eerste keer dat ik Teena ontmoette in haar huis. De was is een soort van droog. Condensdroog, trommeldroog, kastdroog. We lijken wel de inuits met 100 woorden voor het concept droog.

Na de wasserette wordt deze dag een soort tussendoordag, zoals je die hebt op langere vakanties. Een dag waarin je niet op vakantie bent, omdat je dingen moet doen voor jezelf, zodat je daarna weer op vakantie kunt zijn. De was, je koffer inpakken, een kaartje voor de trein van morgen regelen, treintijden controleren, eten kopen voor lunch in de bus van morgen.

Lentils are everything is een hippe plaats. Er is een wachtrij van 10 mensen, buiten het café. En ik ben maar alleen om een tafel van meerderen in te nemen, dus ik ga bij de buren eten; een vegetarische burger met friet. Friet eten ze hier blijkbaar standaard met curry, daar krijg ik ze mee. Grappig, die culturele verschillen.

Ik druk een bookcrossingmagneetje op de koelkast in het huis van Teena, een afscheidskadootje uit de goodiebag die ik had gekregen op de conventie. Teena geeft mijn twee boeken mee voor onderweg; de andere Tsiolkas en een boek dat ze besproken heeft met de Readings leesgroep. Ik heb het voor elkaar gekregen dat mijn koffer na de bookcrossconventie zwaarder is dan ervoor...

13-05-2014

14-04: Longer boats are coming

In the news: Safetyconcerns for bike-share paths should be addressed. Ongeluk met een fietster die een deur van een auto in haar pad kreeg toen ze met haar blauwe Melbournefiets door het CBD fietste.
Bij een fietsenmaker in de straat waar ik woon huur ik een fiets. Templestowe, het punt waar ik nog enkele bookcrossers ga ontmoeten in hun OBCZ, ligt op 40 kilometer langs de rivier. Daarna moet ik nog terug, of verder om terug te kunnen. Ik pak een onderwegpakketje in en een literfles water. Een halfliterfles doe ik in de bidonhouder.
De husband van een van de bookcrossers heeft voor mij een kaart gemaakt van de route. In de boekje 101 bicycleroutes in Melbourne staat de route ook, en zelf denk ik dat als ik maar ergens de rivier zie het goed is!
Het eerste deel is vlak en door Melbourne. Als ik naar rechts de Yarrah volg verdwijnen de gebouwen en rij ik las een stromende rivier met bossages en parken. Ik moet de Yarah een keer of vijf oversteken om de route te volgen, over houten bruggetjes, waar je mooie foto's kunt maken. De weg gaat nu heuvelop en heuvelaf, stijl, maar niet te lang. Vrouwen passeren hier met lange boten.


Longer boats are coming to win us They're coming to win us, longer boats are coming to win us. Hold on to the shore, they'll be taking the key from the door.
Ik heb Longer boats altijd begrepen als een lied over de overwinning van Westerse ontdekkingsreizigers op de lokale bevolking. Longer boats are coming to win us is het chorus van de mensen die de schepen met de enorme zeilen zien en weten dat ze dat niet zullen overleven. Nergens is de overwinning zo grootscheeps geweest als in Australië, waar de lokale bevolking op de rand van uitgeroeid is. Het land was niet leeg toen we aankwamen, maar we hebben het wel bijna leeg gemaakt. 'Cause the soul of no body knows how a flower grows. De rivier kronkelt tussen de bomen, omhoog en omlaag ga ik, van tweede naar vierde versnelling, in galop en bijna tot rust.
In Templestowe heb ik een meeting met een minder grote groep bookcrossers, sommige van de conventie, andere nieuw. Ik voel me ingehaald als iemand die een grote prestatie heeft geleverd, en hoewel ik dat ook wel wil downsizen, vind ik het ergens wel leuk.
Ik rijdt verder naar Etham, waar ik de trein terug naar Melbourne neem. Fietsen in de trein zijn hier gratis, zoals het hoort! Er is geen service, je neemt de fiets gewoon mee in de coupé net als in Nederland, maar bij de NS betaal je voor geen service nog 6 euro per keer.

Terug in Melbourne fiets ik terug naar St Kilda in de avondspits. Australiërs worden wel als laidback gezien, maar in de avondspits zijn ze dat zeker niet! Het was behoorlijk eng. Auto's schieten mij voorbij, de Australiërs op de fiets en moterfiets racen me als een gek voorbij, de stress van acht uur werken van zich af schuddend door zo hard mogelijk te gaan. Ik zie een kindje dat op zijn eerste roestige barrel Tour de France speelt. Handen omhoog, shirtje recht als ze over de imaginaire finishlijn stuiven. 20 kilometer per uur kon hij op het barrel. Maar nu heeft hij een nieuw speeltje, een state of the art Trek racefiets, zo een als de echte Tourrenners ook hebben. Nog steeds speelt hij als kindje Tour de France, maar nu kan hij veertig kilometer per uur. Nog harder, nog harder, sukkelbaas! Ik overleeef het, voor mijn gevoel ternauwernood. Sukkelbaas!

13-04: Pinguïns


Als de zon onder gaat in Melbourne staan we met zijn honderden op de pier van St Kilda te wachten op de pinguïns, die de pier op gaan klauteren. De hele pier staat vol met mensen, in drie rijen achter elkaar.
19.16 uur: Ik zie tientallen kleine oplichte schermen tegen de achtergrond van jachten voor de wolkenkrabbers van Melbourne, I-phones, blackberry's, HTC's  (De-si-i-i-i-re), Xperia's; want we ervaren het niet als we niet iedereen daarvan live op de hoogte brengen. Tegelijkertijd worden er 100 berichten verstuurd: 'Waiting for the pinguins on St Kilda pier'.
100 mensen, 3 pinguïns, kleine blobjes in het water. Iemand, een kindje, wijst; Daar is er een. Alle camera's flitsen dezelfde kant op, maar meer dan een vage bewegende grijze blob in grijs water komt niet op de foto. Een groepje samengeklonterde mensen; daar zijn vast pinguïns! Iedereen gaat er naar toe, maar er is er geen. Het is slechts een groepje vrienden.
Een pinguïnpaartje zit in een holletje tussen de stenen in de pier. Misschien hebben ze er een nest?  100 mensen, 2 pinguïns. In kleine groepjes bekijken we ze, om de pinguïns niet te erg te laten schrikken.
Het wordt nachtdonker. Een voor een druipen de mensen af, op weg naar wijn en feest. De pinguïns hebben de pier weer alleen. Als iedereen weg is komen de pinguïns, bijna onzichtbaar in het donker. Ik kan ze bijna horen giebelen over die rare mensen op hun pier.

11-05-2014

12-4 Bento tijd

In the news: De winnaar van een dieetcompetitie op tv, verloor meer dan 100 kilo.
Sinds een tijd maak ik iedere vrijdag een bento voor lunch. Mijn bento's zijn vaak Japans, maar ok wel eens westers. Bento's raken wel populairder hier in Nederland, maar ik weet nog geen plek in mijn stad waar ik ze kan halen. Ik heb dan ook nog nooit een echte bento gezien of gegeten. Te laat bedenk ik dat Australië een grote Zuid-Aziatische gemeenschap heeft en dus misschien in Chinatown bento's verkoopt. Ik zoek ze en vind bentorestaurants in Melbourne op het internet.
Ik kies er twee uit die volgens de lijst de beste bento's van Melbourne verkopen. De eerste lijkt verdwenen. Het gebouw is leeg en het stof komt door de gaten waar ramen hebben gezeten naar buiten als de bouwvakkers hun machines aanzetten. Ik loop tussen de twee leeuwen door die het begin van Chinatown aangeven. Rode lampionnen waaien boven mij, boven de Chinese massagesalons, de Vietnamese restaurants, de Aziatiasche supermarkten. Bij het tweede restaurant, midden in Chinatown, haal ik mijn eerste echte officiële bento. "For lunch?" vraagt de Japanse mevrouw en ik knik helemaal blij.

Dit zit er in:
  • Misosoep in een plastic bekertje. Misosoep is heerlijk troosteten. De warmte gloeit vanuit je maag door je hele zachte weefsel. Ik heb ooit een Japanse film gezien over de teloorgang van een huwelijk met een scene van vijf minnuten waarin de twee gehuwen gezamelijk aan de tafel in volmaakt gescheiden stilte misosoep slurpen.
  • Rijst een een plastic container, met Japanse soja-teriyakkidressing in een apart bakje.
 Een plastic bento bak  met vier containers met:
  • Gefrituurde tempura
  • Rauwe zalm met wasabi
  • Rundvlees met rijstnoedels
  • Japanse salade
  • Chopsticks
 Ik zie gelijk al dingen die ik anders zou doen in mijn winkeltje. Ik zou sowieso vegetarische bento's aanbieden met een vleesoptie, naast bento's met vis.
Ik kreeg mijn bento in witte half doorzichtige plastic tasjes, zo van de Chinees. Zouden die in een speciale Aziatische fabriek worden gemaakt zodat Aziatische afhaalrestaurants over de hele wereld die moeten sponsoren? Mijn bento's moeten komen in speciale bamboe tasjes. Classy, met een Japanse look & feel. Het is natuurlijk ook de bedoeling dat klanten hun eigen lunchboxje kunnen inleveren, waar ik dan een bento voor maak die ze de volgende dag weer kunnen ophalen.
Misosoep in een aparte kom, oke. Maar de rijst zou ik in de bentobox willen. Ik zou daarvoor ook dubbellaags bentoboxen willen aanbieden.

12-4 Michel in Melbourne



De kamer is prachtig; zoals de foto's, alleen niet zo glimmend. Het is oud en heeft een oude houten vloer met blauwe en groene verftinten aan de randen van de houten planken. In het midden is een tweepersoonbed, met een goed matras en kussens. De ramen zijn van ouderwets druipend glas die je omhoog kunt schuiven, met daarboven een boog van glas en lood. Ik pak een aantal kleren uit in de grote klerenkast en verstop mijn koffer. Ik ben thuis. De regen stopt, de zon breekt door. Na vier regendagen in Melbourne blijft de zon mijn hele verblijf verlichten.
Die avond spint de poes in het verandalicht. Ze drentelt rond mijn benen, speelt met mijn veters en blijft de nacht in de buurt. Die nacht slaap ik de slaap der onschuldigen, als een babietje in het ledikant. 's Ochtends wenst de poes me mauwend een goede tijd in Melbourne en verdwijnt in de tuin, om zich niet meer te laten zien.
Bij het raam van mijn kamer staat een houten tafel met een stoel, die ik direkt inricht al schrijftafel. Ik pak mijn blogboek en een pen en schrijf de afgelopen dagen.

Teena brengt de honden Atticus en Chopper, de hond van haar zus. Ze is verhalenverteller en lezer, dus ik breng haar boeken van de conventie voor haar mee. Ik sponsor haar boekwinkel Readings, die een Queer readersclub heeft, door twee boeken te kopen; Barracuda van Christos Tsiolkas en The twinborn affair van Patrick White. Hij is de nobelprijswinnaar van Australië, zo iemand die wij alleen maar in de wetenschap hebben.
Teena is gescheiden kom ik achter en werkt een dag in de week, wat samen met de opbrengst van het Airbnb-en voldoende is om van te kunnen leven. Ik leg uit waarom ik in Melbourne ben en ze vindt Bookcrossing meteen geweldig. Ze vertelt het aan iedereen op de verhalenvertelconventie waar ze naar toe gaat.

In een stad op vakantie zoek ik altijd vastigheden, een plek waar ik altijd kom ontbijten, een park dat mijn park wordt, een restaurant waar ik vaker kom. Met een vaste plek ben ik niet meer te gast in de stad, een stukje wordt van mij. In Melbourne krijg ik een vaste tram, nummer 96, van St. Kilda naar het centrum, of neem de blauwe fietsen bij het Luna Park. Iedere dag zie ik de opengesperde mond die de ingang van het pretpark is. Dat wordt mijn Melbourne.

10-05-2014

11-4 - 13-4 iiwi in the real world

In the news: Faulty trivial pursuit question
Een meisje stuurde de volgende Trivial Pursuit kaart naar de krant: 'Is the continent of South America shaped like a triangle, a rectangle or a square?'

11-4
Deze drie dagen ga ik naar de Bookcrossing conventie die het hart vormt van de Australiëreis. Ik ben dit jaar 10 jaar bookcrosser, en heb meer dan 2000 boeken ergens neer gelegd, zodat andere mensen ze kunnen vinden en een kadootje hebben om te lezen. Daarom wilde ik wel eens naar zo'n conventie, waar een man of vijftig komt om boeken te releasen en te praten met elkaar over onze hobby.
Lees meer over Australië, mij en bookcrossing
Lees meer over bookcrossing
Het is mijn eerste bookcrossingconventie, dus ik heb geen idee wat ik precies moet verwachten. Ik ga gewoon met alles meehobbelen en zie het wel, is mijn gedachte.



Bookcrossing is a sure way om met beveiliging in aanraking te komen voor mij. Ik ben in mijn 10 jaar al eens bijna gearresteerd voor het neerleggen van een boekje op het centraal station, door een overijverige jonge spoorwegagent die zich wilde bewijzen, en iemand anders is eens door beveiliging aangespoord te vertrekken toen ze een boek van mij wilde oppikken van een openbaar beeld waartegen ik het had neergelegd. Nu ben ik ook wel eens door beveiligers aangesproken toen ik op de stoep een foto nam van een gebouw, dus het is niet alleen bookcrossing.
Na een vertraagde vlucht en kennismaken met Teena, die een kamer in haar appartement in St Kilda, een buitenwijk van Melbourne, aan mij verhuurd voor de komende vijf dagen, stap ik in de tram 16 op weg naar het universiteitsterrein waar de Bailieu library is, waar de conventie wordt gehouden. Vandaag is kennismakingsdag en er is een gastspreker, die zal praten over schrijven. Melbourne is een volkomen onbekende stad voor mij en de tram waar ik instap is verkeerd gekozen. Na 1001 haltes bereikt ze na een half uur het universiteitsterrein, waar een andere tram van twee minuten later daar zes minuten over doet, merk ik later. Op universiteitsterreinen verdwaal ik altijd hopeloos, en deze is geen uitzondering. Zeker in het donker is het voor mij een soort doolhof van gebouwen en straten. Vragen staat vrij natuurlijk, maar hoe in hemelsnaam spreek je Bailieu uit? Biuwly, blijkt, als ik het iemand vraag.


Als ik de Bailieu Libraray bereik, blijkt de bovenverdieping, waar de bookcrossconventie gehouden wordt, afgesloten. Er was een stafmedewerker, een hogere stafmedewerker en een beveiliger voor nodig om me naar boven te krijgen. Daar kreeg ik mijn badge, en was ik drie dagen iiwi.

11-4-iiwi
Bookcrossing kent mij als iiwi, mijn internetnaam. Ik krijg een badge met iiwi en mijn eigen naam er op, maar de meeste mensen spreken mij deze dagen aan als 'iiwi'. Hoewel vrienden dat ook wel doen, is het toch leuk om eens drie dagen lang alleen maar met mijn zelfgekozen internetnaam aangesproken te worden. Alsof ik daadwerkelijk even iemand anders geworden ben. Helaas is het de echte wereld en geen internet, dus ik ben niet iemand anders, maar mijn eigen zelf met mijn wereldse beperkingen. Het wordt een soort iiwi in the real world.

De gastspreker van vandaag was Ros Moriarty, die een aantal boeken heeft geschreven over haar relatie met een aboriginalman en indigenous familie. Haar verhaal haakt in de andere verhalen over de geschiedenis van Australië, van de familie van Inez van der Spek, wiens emigratie naar Australië mislukte, van de indiginous kunstenaars Michael riley en Fiona Foley, die net als de man van Ros Moriarty haar familie in Ierland opspoorde, de kunst in het museum in Sydney en in Utrecht. Het maakt de aboriginal cultuur grijpbaarder, maar maakt tevens duidelijk dat deze geschiedenis ook ongrijpbaar blijft. Ik probeer dit aan haar uit te leggen, maar dat lukt me niet goed. Ik kom niet tot een conclusie van mijn verhaal, of tot een vraag, en blijf hangen in een ongemakkelijk gevoel dat ik mezelf voor gek heb gezet.

Het is donker en ik ken behalve het stukje tramlijn nog niets van Melbourne. Ik neem maar geen risico's en bedenk dat als het misloopt ergens ik altijd een taxi kan nemen. Australiërs zijn erg aardig en een meisje legt me zonder dat ik dat hoef te vragen uit hoe ik met de tram naar St Kilda kom. Als ik daar aankom is de regen verdwenen en staan er sterren aan de hemel.

12-4-Michel
Als ik wakker wordt schijnt de zon in mijn kamer. De verwachting was vier dagen regen, dus ik voel mij de zonnegod die het goede weer naar Melbourne bracht. Ik ga koffie drinken in de tuin. Thuis in Nederland had ik gelezen over Lentils are everything, een eettent waar geen vaste prijzen zijn, maar je betaalt wat je zelf vind dat het eten waard is! Dat lijkt me een leuk concept, dus daar wil ik ontbijten. Maar de Lentils in St Kilda blijkt alleen open voor avondeten, dus ik ontbijt met pannekoeken met zwarte bessen in het ontbijtcafé ernaast.

Het is zo heerlijk om te fietsen in een andere stad in een ander land. Ik ben begonnen met fietsen in Londen, vijftien jaar geleden tijdens een vakantie richting Ierland en voelde me volkomen veilig in het stadsverkeer. Sindsdien heb ik in veel steden gefietst, Berlijn, Dublin, New York. Melbourne heeft overal in de stad huurfietsen, blauwe, met helmen, hier verplicht. Je kan ze uit de stalling halen en in een andere stalling terugzetten, perfect voor ritten in de stad. Sinds mijn fietstocht door Londen op mijn eigen fiets hebben alle grote steden buiten Nederland gestaag dit soort fietsen gekregen. Wij lopen weer hopeloos achter. :(
Op de blauwe fiets, met de wind in mijn helm, voel ik een soort bevrijding. Ik snap het, niets kan mij nog raken. Als het misgaat komt het wel weer goed. Mijn normale angsten in verkeer met andere mensen verdwijnen, ik ben mijzelf op de fiets!
In Nederland vind ik fietsen vaak eng, maar in een buitenland heb ik daar geen last van. Ondanks dat de fietspaden hier zomaar stoppen en ik links moet rijden, en naar het midden van de weg moet voorsorteren voor een rechterbocht, voel ik me veel veiliger dan in Nederland, waar iedereen regelloos door elkaar krioelt.
Door het ontbijt en het fietsen ben ik wel bijna te laat voor de releasewalk, een wandeling door het centrum van Melbourne waarbij we her en der boeken neerleggen, en om weer iiwi te worden.

12-4-iiwi
Tijdens de releasewandeling raak ik verdwaald van de rest. Twee keer! Samen met MissMarkey uit Oxford achtervolg ik de releasegroep, speurend op de boeken als crossende klein duimpjes in de moderne stad. Met zijn tweeën praten is makkelijker dan in een hele groep en, vermoedelijk een kwartier na de releasegroep, komen we bij de staande bankiers met bookcrossboeken, waar een kindje bij staat, tien jaar en al in de goede houding. Nu nog een mooie aktentas. We zien de streetart in Chinatown en de Free library op het station, waar snel een ballycumber aan vast wordt gebreid. 
In de middag is er weer een auteur die praat over boeken, maar dit keer niet zo interessant. MissMarkey laat ons een collage zien van Oxford, waar de conventie volgend jaar gehouden gaat worden.
 

Ik ben iiwi, de fietser. Dat blijft de meest Australische conventiegangers verbazen; iemand die zomaar door Melbourne gaat fietsen naar coventieplekken. Ik ben inderdaad de enige die dat doet en het levert meedere gespreksstof op. Dat ik later na de conventie, over twee dagen, nog even iiwi ben als ik vijftig kilometer langs de Yarrah ga fietsen naar een Openbare Crossing Zone in Templestowe, is helemaal awesome. Een hubby van een van de conventiegangers heeft voor mij een fietskaart gemaakt van de route langs de Yarrah naar Templestowe, zodat ik niet zal verdwalen, en geeft me zijn telefoonnummer, voor als er iets gebeurd. Een andere bookcrosser heeft voor mij het boek 100 bicycleroutes in Melbourne gereleast.

12-4-Michel
Tijdens een uurtje tussen de laatste coventieprogrammaonderdelen en het diner loop ik verschillende boekwinkels in om mijn in het vliegtuig vergeten boek opnieuw te kopen, zodat ik later de laatste dertig bladzijden kan lezen.

12-4-iiwi
Het diner is een bust. Iedereen wil harder praten dan de anderen, en een bar-iemand bedacht dat daarbovenuit muziek hoorbaar moet zijn. Na het eten begon een quiz, waarbij iedereen, ook vanwege de wijn vermoed ik, steeds uitgelatener reageerde. Een quiz die ik niet vermoedde en te uitgelaten, naast al het geluid een uitbarsting van prikkels. Leuk gedaan, maar niet voor mij weggelegd. Ik zou weg moeten gaan, maar dat lukt me niet. Uiteindelijk moet ik na de quiz bijna wegvluchten uit het restaurant, terwijl ik naar de bookcrossers zwaai en tegen hen die me willen tegenhouden zeg dat ik ze morgen allemaal weer zal zien tijdens de massarelease, maar het nu echt niet meer trek, zoveel zoveel zoveel.

12-4-Michel
Buiten is het zaterdagavond in de grote stad die niet slaapt, maar dat is minder heftig dan het diner. Ik stap in de tram en kom langzaam weer tot mijzelf. Vier duidelijk dronken meisjes komen de tram binnen wankelen. 'Oh, you are soo pretty,' zegt een van hen, onvast op haar dikgezoolde schoenen, tegen een gothic meisje op een van de banken in de tram. Ze loopt wankelend naar haar vriendinnen en doet wat ik, en ik denk heel veel mensen altijd al hebben willen doen, maar niet durven als we niet ook dronken zijn; ze pak twee leren handgrepen voor staplekken en doet een ringoefening zonder afsprong. Ze hangt op haar kop met haar benen naar voren in de handgrepen terwijl een van haar vriendinnen een foto maakt en op instagram zet.

13-4-iiwi
Het leukst van de conventie vind ik de massarelease op de trappen van de State Library. Met een stuk of tien bookcrossers leggen we honderd of meer boeken tegen de trap naar het plein waar de bibliotheek staat, en kijken op een afstandje naar de reacties van mensen die de boeken kunnen meenemen. 


13-4-Michel
De anderen gaan lunchen, maar ik herinner me het diner en dat lijkt me niet zo verstandig, dus ik blijf als enige kijken als iedereen weg is, en aan mensen uit Hong Kong en Melbourne en Singapore en Frankrijk uitleggen hoe bookcrossing werkt. Ik voel me helemaal iiwi.
 Na de release bij de bieb wandel ik naar de Yarrah, om mijn herkochte boek uit te lezen aan de over van de rivier, onderweg boeken releasend. Op de Sandbridge over de Yarrah staan een aantal roestvrij stalen sculpturen waar ik erg van onder de indruk ben. Ze heten 'the travellers'.

Ngintaka; een songline van de Anangu

Een interpretatie van iiwi na aanleiding van de tentoonstelling Ngintaka in het Southern Australian museum in Adelaide.

Als de aboriginals terugkomen en hun belangrijke maalsteen missen, vermoedden ze dat de hagedis-man er achter zit en gaan hem achterna over het nog niet gevormde land van Zuid Australië. De hagedis tovert honderden kleine hagedissen om hen op een dwaalspoor te zetten. De aboriginals vragen aan alle kleine hagedissen of ze de maalsteen hebben gezien, maar alle hagedissen antwoorden ontkennend.
Ze blijven de hagedis-man achtervolgen. Bij een enorme boom vinden de aboriginals uiteindelijk de hagedis-man, maar die verstopt de maalsteen in zijn staart, zodat de aboriginals hem niet kunnen vinden. De hagedismens ontsnapt en met door de zwiep van zijn staart ontstaat de vlakke woenstijnvlakte van Zuid Australië.

08-05-2014

11-4: transfer day

In the news: Hurricane approaches Cairns, North Australia

Ik had gisteren pech, want vandaag is weer prachtig weer in Sydney. Helaas is vandaag een transferdag, dus ik heb er niet zoveel aan. Ik ga van het mooie weer in Sydney naar de kou en regen in Melbourne. Ik heb mijn koffer gepakt en loop nog even naar het dakterras, waar ik voor de laatste keer zwaai naar het operagebouw. Dan stap ik naar buiten, onderweg naar de trein naar het vliegveld.



Everyman's rules on scientific living - Kerry Tiffany
Boek vergeten in het vliegtuig, nog dertig pagina's te lezen. Ik dacht dat ik de enige was, maar toen ik het in de boekwinkel uitlegde zei de verkoper: "Oh, we get that all  the time!"

10-04: Rush hour

Ik heb Sydney nu van een kant gezien waarin ik niet veel steden heb ervaren: in de avondspits in een auto! Paul reed ons naar onze hotels terug, dwars door Sydney tijdens de avondspits in de stromende regen. Bumper aan bumper staan we, het licht van de citylights harder en indringender door de regen. Ik was de laatste in de rij, en na een uur in de file werd ik uiteindelijk afgezet bij het operagebouw, het gidsgebouw van Sydney. Anders zou het nog een half uur duren, volgens Paul, en ik geloof hem. Nu steek ik mijn hoofd in mijn gele capuchon en loop naar mijn hostel.
In de haven lag naast het operagebouw een enorm cruiseschip, met het echtpaar uit Florida dat ik gisteren in de botanische tuinen had ontmoet.

10-04: Geen Blue mountains

"This guy has not seen any view, just very wet plants"
Vandaag ga ik naar de blue mountains. Georganiseerd, want ik wilde geen gedoe. In de mail van een paar maanden geleden staat dat ik 'in de morgen' opgehaald wordt vanuit mijn hotel, maar 'in de morgen' is een ruim begrip. Ik heb de Nederlandse touroperator waarbij ik heb geboekt, 333travel, gemaild of het iets preciezer kon, maar ik was voor het eerst (en zeker niet voor het laatst), vergeten dat er tien uur tijdsverschil zit tussen hier en daar, en ik pas antwoord krijg als de tour al lang en breed voorbij is. Tijd is een vreemde dimensie, daar wordt ik in deze reis voortdurend mee geconfronteerd. Tijd en plaats zijn gedwonen tot een parendans, aan elkaar vastgeklonken en niet te scheiden. Tijd bestaat alleen in ons hoofd.
Ik gok dus maar wat en sta om half zeven op om te douchen en te ontbijten en spullen uit te zoeken die mee moeten in de rugzak. Als ik mijn wandelschoenen aantrek, komt een meneer binnen om mij op te halen. Zo kun je ook timen blijkbaar.
Paul, onze gids, rijdt met zijn busje naar de Blue mountains, met een man of zeven, die verdwaasd en stil in de stoelen zitten, misschien nog vanwege het tijdstip, of omdat de regen tegen de ramen van de bus klettert. Er is een ouder paar uit Engeland, en een familie uit Turkije met twee kinderen en twee vriendinnen. Ik had in Noorwegen hele leuke ervaringen met zo'n georganiseerde trip. Twee Amerikaanse artsen in opleiding en ik konden het toen erg goed met elkaar vinden en we vertelden alkaar van alles over onszelf en de reis door Noorwegen die we maakten. Maar het kan ook aflopen zoals nu; de mensen blijven allemaal de losse groepjes waar ze bij horen en praten niet met elkaar. Volgens mij ben ik de enige die met alle groepen mensen contact heeft gelegd. Nu was het wel zo dat ik een andere tourinvulling had, ik kreeg een lunch mee en heb een groot deel van de dag een wandeling door het regenwoud gemaakt, terwijl de anderen in de bus verder reden naar andere plekken.Van de blue mountains heb ik bijna niets gezien. De Three sisters, de majestueuze piek was gehuld in een enorme wolk.

Op de eerste stop voor morning tea krijg ik Anzac biscuits, een Australisch koekje dat ook voorkomt in het boek De regels voor wetenschappelijk leven, dat ik aan het lezen ben. Je moet ze dopen in de oploskoffie. Mierzoet!
 Paul laat zien hoe je een boomerang gooit, en ondanks dat ik weet dat ik het niet zal kunnen, wil ik het wel als eerste proberen. 'Crazy Dutch guy!' You take one for the team. Ik kan er inderdaad niet veel van. "You guys are pretty much safe", zegt Paul als de boomerang een eindje verder in het gras neerploft.

Tijdens mijn wandeling langs de Drie gezusters (ook een kroeg in Groningen overigens!), zie ik alleen natte planten dus, maar ik hoor des te meer. Allemaal onbekende vogelgeluiden, versterkt door de mist, om mij heen. Erg mooi! De varens ritselen en opeens loopt er een soort bushkip over het paadje en verdwijnt aan de andere kant weer tussen de struiken.
De wandeling is uitgezet met toeristen in mind, en is dus niet erg moeilijk. Het begint met een trap van een paar honderd treden, die me naar de rand van de Three sisters brengt, een stukje dat heel veel mensen wandelen. We fotograferen onszelf bij een vage schim van een berg in de mist. Dan loopt het pad verder naar beneden, het regenwouddal in en verdwijnen de andere mensen en word ik omgeven door varens en eucaliptussen. De regen blijft van de bladeren op mijn regenjack tikken. De vochtigheidsgraad is 100 procent, de lens van mijn camera beslaat. Om mijn heen zijn alleen natte varens, en de geluiden van onbekende dieren. Ik ben David Livingstone in het oerwoud, stap over de enorme glibberige boomwortels en krijg een natte varen in mijn gezicht. Ik duw de planten opzij om een nieuw stuk woud te ontdekken. Op een grote steen eet ik mijn lunch. Ik draai een bocht om en opeens ben ik weer in de bewoonde wereld; een groep Japanners heeft allemaal dezelfde wit groene parapluus en lopen als een soort koningsstoet tussen de bomen.

Aan het eind van de wandeling moet ik kiezen:
  • De steilste trein ter wereld
  • Een kabelbaan
Ik kies uiteindelijk de kabelbaan, een ritje van anderhalve minuut, bleek. Ik denk dat ik de minst goede keuze heb gedaan.

De anderen waren rondgereden en blijkbaar wel uitzichten gezien, dus Paul ging speciaal voor mij nog naar een andere plek om mij iets te bieden van de Blue mountains; een klif zonder afzetting, waar je zo naar beneden kunt vallen. Daar kwamen de bergtoppen boven de wolken uit en zag ik een paar meter Blue mountains.

De tour bevatte ook een uur in een dierentuin waar ze alle inheemse dieren hebben, behalve het vogelbekdier, dat volgens mij nergens in gevangenschap voorkomt (en ook bijna niet meer niet in gevangenschap, maar dat terzijde). Er waren wel koala's, die je mocht aaien over hun rug! Koalaharen voelen vrij stug aan, als een soort tussenvorm tussen stekels en haren. Hun lichaam voelt sponzig.
Ze ondergaan de aanrakingen gewillig, maar zeker niet zo als een spinnende poes. Het lijkt ze niet zoveel te doen, ze blijven stoicijns een blaadje kauwen. Ergens vind ik dat je dit niet moet doen, het heeft niets meer met dieren te maken, maar toch ga ook ik de rij staan voor mijn minuut Koalaknuffelen. Ze zijn ook zo schattig!


07-05-2014

09-04: In the news


In the news: The royal tour. De zus van Pippa komt met haar kroonprins en kinderen naar Australië
Om echt in een buitenland te zijn lees ik de Australische kranten en suffertjes (tot en met een blaadje over de prijzen van lifestock!). Ieder blogitem begint nu met het nieuws van die dag.
Het blijft mij de hele reis verbazen hoe koningsgezind Australiërs zijn. Het is een beetje zoals in Nederland prinsjesdag, met een rijtour en wat ze draagt. Duizenden Australiërs zijn aanwezig, met vlaggetjes en fotocamera's en wat al niet, voor Kate en de kindjes; de kroonprins zelf hangt er een beetje bij, net als onze koning. Mensen zijn toch stiekem prinsessenwezens. Dat paradeuniform van de koning met gele sherp en zwaard, mwah, de prinsessenjurk! Maar dat allemaal voor een toekomstig koningspaar dat eigenlijk een beetje bij het land hangt, er niet echt bij hoort. Als niet koningsgezinde lees ik een en ander met stijgende verbazing, de fascinatie met een koningspaar van een ander land.
Er is iets vreemds met het nieuws in Australië. De beschermende bel van oceaanwater, die ervoor zorgt dat wij hier nooit wat horen over Australië, behalve bosbranden en eens in de vier jaar verkiezingen, werkt ook de andere kant op, Australiërs horen niets van de rest van de wereld. Oekraïne, Rusland, ik heb er niets over gelezen. Over het Maleisische vliegtuig, dat in die berschermde bel is verdwenen lees ik pas weer op weg naar huis in the NY Times. Buitenlandse hoogwaardigheidsbekleders worden pas interessant als ze even op Australische bodem zijn, zoals kate en haar kroonprins. Het leven gaat hier zijn eigen gang.

06-05-2014

09-04: Madama Butterfly

Het toneel is een drijvende heuvel in het water van Sydney Harbour. Links zijn de wolkenkrabbers van de banken en makelaars waarvan de lampen altijd aan zijn. Hoog boven het klootjesvolk met wiens geld ze de mensen regeren en de wereld naar hun eigen aangezicht maken. 'Dus ik trouw in de Japanse stijl: Voor 999 jaar, maar met het recht om het huwelijk elke maand te annuleren'. Rechts is de Habour bridge en het operagebouw en de haven. Op de heuvel is bamboe gepland. De tuin wordt klaargemaakt voor het huwelijksfeest. Boven het toneel hangt de volle maan aan een kraan. De opkomende zon ligt in het water, een halve rode bal.

Ik loop onder de Japanse poort door naar het operaterrein. Overal zijn oranje papieren lampen aangestoken en staan tafeltjes waar mensen Japans eten. Het operagebouw is prachtig op de achtergrond. Tijdens mijn Japanse salade zie ik een mevrouw die een prachtige Chinese jurk draagt. Ze blijkt uit Driebergen te komen, tja, en is in de jaren 80 verhuisd naar Australië. Aan de kademuur praat ik met Lilian, een Amerikaanse, ook geëimigreerd, over boekwinkels. Veel bezoekers hebben zich net als de mevrouw oorspronkelijk uit Driebergen speciaal gekleed. Ik voel me een beetje underdressed in mijn beste kleren uit de twintig kilo koffer; een zwarte broek en een zwart grijs gestreept overhemd. Het zal de laatste keer zijn dat ik het draag...
Rush tickets komen met de opmerking 'Your view may be blocked'. Maar ik heb een van de beste plekken van vandaag, recht voor het toneel, op de bovenste rij van het onderste tribunedeel. De dames naast mij vertellen dat afgelopen dinsdag de opera werd opgevoerd in de stromende regen en Madama Butterfly na de pauze een poncho droeg! Het toneel werd door toneelopbouwers steeds geveegd met watertrekkers, anders was het te gevaarlijk voor de zangers. Vandaag blijft het prachtig weer.

De Japanse huwelijksstoer loopt door de bamboe door naar voren. Madama Butterfly begint te zingen, een toon zo prachtig dat ik tranen in mijn ogen krijg. Mijn zenuwen sturen elektrische signalen op de maat, alsof ik van binnen dirigeer. Het geluid omvat iedereen op de tribune in een bel van bescherming. Niets kan ons deren deze avond. Haar zingen wordt onze energie, onze ingehouden adem de hare.

Tijdens de pauze wordt het hele toneel met bamboe afgebroken. Met een kraan wordt het huis van Pinkerton en Butterfly het toneel op getakeld. Pinkerton verdwijnt met zijn vrouw en het kind van Madama Buttefly in een motorbootje in de haven van Sydney, terwijl Madama Butterfly zich vertwijfeld terugtrekt in haar met bloemen versierde huis, waar onze ingehouden adem haar niet kan redden van de wanhoop.

Iedereen is enthousiast en de hoofdrolspeelster springt tijdens het applaus aan het eind in de armen van de regisseur. Ik wandel in de nacht terug naar mijn hostel en zing Sydney wakker.

05-05-2014

09-04: The rocks

Tegen achten word ik wakker, en voel me heel normaal. Het is ochtend en het voelt voor me als ochtend. Ik denk dat ik geen noemenswaardige jetlag heb! Ik heb erg veel moeite gedaan om me aan alle regels voor het niet jetlagkrijgen te houden, ondanks de Russen, en ga ontbijten.

Ik logeer in de wijk the Rocks. Dit is de oudste historische wijk van Sydney, die werd gebouwd vlak na het stichten van de kolonie. Door de gevangen neem ik aan. Bij het bouwen van mijn hostel in 2000 zijn dan ook archeologische vondsten gedaan. Het hostel heeft de bouwput van deze opgravingen bewaard. De kamers zijn rondom deze put gebouwd, en vanuit de gangen kun je naar beneden naar de opgravingen kijken! Vandaag zijn er archeologen bezig met opgraven en meten!


Het stratenplan is nog een beetje in de oude staat. Het zijn steegjes en voetgangersgebieden, met een groot hoogteverschil, waardoor je als je van het ene deel naar het andere wilt je trappen moet lopen. In het midden van de wijk is een deel dat voetgangersgebied is, maar restaurantjes en kleine winkeltjes met sierraden van opaal en kleren. Het pand van de boekwinkel is leeg; het is daar niet anders dan hier. In de achtertuin van een Italiaans ontbijt en lunchtentje eet ik mijn ontbijt; koffie met een muffin. Dat word mijn standaard ontbijt hier in Australië. :)
 

Het plan is om vandaag rush-tickets voor de opera Madama Butterfly te bemachtigen in de botanische tuinen. Het is mooi weer voor die wandeling. Maar eerst een lijstje maken van spullen die ik onderweg moet kopen.
  • Een pet
  • Speciale Australische zonnebrand
  • Een fles water
Onderweg naar het podium van de opera loop ik langs het operagebouw, het markante punt van Sydney. Ik maak een praatje met een echtpaar uit Florida, die dezelfde kant uitgaat. Zijn gaan een cruise maken over de Pacific, naar de Fijieilanden en zijn nu in Sydney aan het wachten op het cruiseschip. We lopen dezelfde kant op om dezelfde foto te maken van het operagebouw en de Harbour bridge in één shot. Ik maak voor tientallen mensen een foto van hen met het operagebouw of de Harbour bridge op de achtergrond.

Er zijn nog rush-kaartjes voor de opera! Halve prijs.

Ik kijk rond in het contemporary art museum van Sydney.  Er is een tentoonstelling van indigenous en Westerse kunst samen. Dat is interessant. Ik ken beide van musea hier in Nederland, maar door de manier van samenspel hier krijgen beide een grotere lading en effect dan ze alleen zouden hebben. Indigenous 'aboriginal' art is voor ons heel moeilijk grijpbaar; het gaat heel erg om connecties met het land en met familiebanden die voor ons op die manier onbegrijpelijk zijn. Toch heeft ook veel Westerse kunst te maken met verbanden van de kunstenaar met anderen. Zo is er hier een display van een kunstenares die alle namen van kunstenaars heeft laten opschrijven door mensen die voor haar en voor de kijker naar haar kunst van belang zijn om de kunst te begrijpen. Die instalatie van namen is wezenlijk hetzelfde als aboriginals doen met hun verbindingen van cirkels, maar dan op een voor ons grijpbare manier. We vertellen in wezen veel dezelfde verhalen.
Andere zalen zijn interessant omdat ze spelen met de bezoeker. Ik kijk hoe iedereen in een kleurijke zaal foto's van zichzelf neemt. De hele selfiecultuur heeft een enorme vlucht genomen. Het is zo grappig. Ik vraag later aan de receptie of de kunstenaar ooit zelf heeft mogen zien hoe het publiek met zijn zaal speelt, en dat blijkt zo te zijn. Ondanks dat hij er nu niet is, is er altijd een connectie met de kunstenaar en zijn publiek, en verandert de zaal voor een ieder in net iets anders. In hetzelfde vertellen we in wezen allemaal andere verhalen.

04-05-2014

08-04-2014: Sydney

10-04:
Ik moet inmiddels een paar honderd foto's van het operagebouw hebben! 's Avonds, 's nachts, overdag, bij het water, op de trappen, met de Sydneybridge, vanuit de botanische tuinen, met vuurwerk, vanaf het dakterras, alleen het dak, kunstzinnig vanuit het museum. En vandaag met een cruiseschip in de regen.

Maar laat ik bij de achtste dag beginnen:
De eerste avond werd ik verleid met een BBQ op het dakterras van het YHA; er was een vegetarische optie, zei het receptiemeisje, en na een dag en een nacht en een halve dag vliegen: Doen! Het dakterras heeft bovendien een prachtig uitzicht over de haven en het operagebouw, met links de Harbour Bridge. Dat was de reden om dit hostel te kiezen.

Met mijn twintig kilo koffer ga ik met de lift naar mijn hostelkamer. Mijn bovenbedbuur heet Cheng Fu, en behalve dat spreekt hij geen engels, zegt hij direct. Of hij hier werkt of met vakantie is is me niet duidelijk, ik denk het eerste. De andere kamergenoot werkt in Sydney. In ieder geval gaat iedereen op dezelfde tijd slapen, tegen tienen. Dat is in hostels in een grote stad wel eens anders.

Ik heb een kleine opvouwbare tripod mee, en de BBQ op het dakterras biedt de mogelijkheid die te testen met nachtfoto's van het operagebouw.


BBQ
Die vegetarische optie heb ik niet gezien, of dat moet de salade zijn geweest, wel was er kangoeroeburger. In Noorwegen werden mij rendierballen aangeboden, die ik met de opmerking dat ik vegetariër ben kon weigeren; zo handig, zo'n principe. Maar Kangoeroevlees, dat kan ik niet weerstaan. Kangoeroe's zijn een plaag hier en worden bejaagd, niet gehouden in fabrieksmatige stallen, en ik zie niet echt een reden, anders dan dat je geen dier zou horen te eten, waarom kangoeroe niet gegeten mag worden.
Ik heb tweeentwintig jaar geen vlees gegeten. Drie jaar geleden in New York een broodje waar kip op zat, maar dat was per ongeluk en een vergissing. Voor zover ik er dus iets van kan en mag zeggen, is kangoeroe het vleeste vlees dat ik geproefd heb. Het is heel vezelig, zonder het vettige dat ik me herinner van vlees.
In New York raakte mijn gestel behoorlijk in de war van de plotselinge kipintake, maar nu heb ik geen last van de volledige kangoeroeburger die ik heb verorberd. Misschien merk ik het niet zo omdat mijn darmen door de hele vliegreis toch al overspannen zijn.
Later, in de Grampians tijdens een nachtwandeling, vind ik de kangoeroes die ik nu eet vreselijk schattig maar dat is pas over veertien dagen. En nog later bedenk ik me dat ik die dieren schattig vond en ze gegeten heb en lukt het me niet die twee dingen met elkaar te verenigen. Hoewel ik weet dat de bruger van kangoeroevlees is zijn de burger en de dieren echt totaal verschillende entiteiten, en kan ik alleen het vlees verbinden met de dieren door dat uitdrukkelijk te bedenken.

23.30 uur:
Ik ben bekaf van alles, de indrukken, de vliegreis, het stilzitten vreemd genoeg. Maar ik heb ook het gevoel dat ik aangepast ben aan mijn nieuwe dag- en nachtritme. Het voelt ook laat in de avond voor mij, terwijl het in Utrecht natuurlijk euh, geen idee is, maar geen avond.