03-08-2014

24-04 Op de Indian-Pacific

Vanavond stap ik in de trein die me dwars door de Australische woestijn voert, twee dagen lang, dus ik neem vandaag afscheid van de mooie stad Adelaide, waar ik me de hele tijd heb thuisgevoeld. Ik ga nog een keertje eten bij het UR-caffe. Ik check uit mijn hotelkamer. De bagage blijft even bij de receptie tot vanavond. De komende twee nachten slaap ik op een stoel in de trein. Ik heb dat wel eens eerder gedaan, op vakantie naar Italië, en toen sliep ik überhaupt niet, maar dan wordt je ook drie keer ewakker gemaakt voor grenscontroles, waarvan één keer met woeste herdershonden. Nu gaan we ook een grens over, die van South- naar West-Australia. Daarvoor gelden weer allerlei andere quarantaineregels, waar ik me strikt aan houd, de Chinese meisjes in Border Security in gedachten houdend. Zo mag je geen bijproducten, zoals wax of honing mee nemen naar West Australia, en geen verse vruchten, want ze hebben er geen fruitvliegjes. Eenmaal in de woestijn ontdek ik dat fruitvliegen wel the least of the vliegenworries zijn. Maar goed.

Als afscheid ga ik naar het South Australia museum, waar een tentoonstelling is over aboriginal art, en naar de Adelaide zoo, om de panda's te bekijken. In het South Australia museum is een tentoonstellingsruimte volledig gewijd aan één dreamstory van de indegenous people van Zuid Australië, over de hagedis Anangu. Het verhaal wordt door verschillende contemporary artist uitgebeeld, met prachtige beelden en schilderijen. Terwijl je door de zaal loopt lees en zie je langzaam het verhaal voor je. Zo staan er prachtige beelden van de hagedis aan het begin, en zie je schilderijen van de plaatsen waar de hagedis zich verstopt als hij de maalsteen heeft gestolen. Aan het eind van de zaal wordt het einde van het verhaal voor je verbeeld. Ik wil daarna wel doorlopen naar de andere zalen, met dinosaurusbotten en dergelijke, maar het lukt me niet goed, en ik ga weer naar buiten om alles in me op te nemen.
Ik vind opnieuw een Bentozaakje, waar ik een bento koop met unami, aal. Maar ze hebben er mayonaise bij gedaan, wat ik eigenlijk een beetje te fusion vind. Maar wat wel lekker blijkt als ik buiten op een muurtje bij het museum mijn bento opeet. In de bentoshop ontmoet ik Sean, een Australiër die drie jaar in Nederland gewoond heeft, en wel in Utrecht! Hij heeft les gehad op de Hoge School voor Kunsten in Utrecht, de HKU. Hij was vormgever. Uiteindelijk is hij terugverhuisd naar Australië om uit het milieu te komen waar hij in was terechtgekomen en hij werkt nu in de mijnen, vijf dagen op en vijf dagen af. Dit zijn zijn vijf dagen af, en hij vindt het leuk weer eens Nederlands te kunnen praten, wat hij best goed kan!
Panda's zijn zulke rustige gratieuze dieren! Ze zijn heel zen als ze op een rits bamboe zitten te kauwen. Ik heb wel weer twee dingen geleerd. Ik dacht dat panda's reuze oud konden worden, maar hun levensverwachting is maar 25 tot 30 jaar.  En ik had altijd begrepen dat panda's alleen bamboe lusten, maar van het kassameisje van de dierentuin begrijp ik dat ze proberen om de overrijpe vijgen van de 125 jaar oude vijgenboom te eten, vanwege de alcohol. De vijgen zijn zo aantrekkelijk dat de dierentuin een hek heeft moeten bouwen om de panda's bij de vijgenboom vandaan te houden.

Ook ik ben te zen, want ik kijk pas veels te laat op de tickets van de trein, waarop staat dat je twee uur van te voren aanwezig moet zijn om in te checken, en bedenk pas bij het hotel dat de taxi niet alleen naar het station moet rijden met mij er in, maar ook naar het hotel om mij op te pikken. Nu word ik dus zenuwachtig, vooral als ik bedenk dat het wel een spitsuur zou kunnen zijn. Ik bedenk nu dat dit misschien wel het punt is waarop alles verkeerd begint te gaan, en ik voortdurend achter mezelf aan moet rennen. Maar als ik bij de incheckbalie sta uit te hijgen en mijn bagage op de loopband leg, denk ik nog dat het een enige faut-pas is, die goed afloopt. Want ik ben op tijd, en kan zelfs nog een Indian-Pacific pen en ansichten kopen in het winkeltje voor ik naar mijn stoel moet. Ik heb stoel één, want ik ben een zekere reiziger, die als allereerste deze reis met de Indian-Pacific heeft geboekt, toen nog wel. Ik heb nog nooit een echt lange treinreis gemaakt van meerdere dagen. De trein heeft een douche en toilet en een restauratiewagen, zo Agatha Christie! Hoe zal die allemaal gaan? Ik zal het ontdekken!

29-07-2014

23-04: Adelaide

Ik ontbijt in het UR-caffe, wat ik een erg leuke plek vind. Het is op nog geen vijf minuten lopen van mijn hotel, een afstandje dat ik in de stralende zon afleg. Dit wordt mijn favoriete ontbijtplek in Adelaide. Ik ontbijt met geprakte avocado met granaatappelpitten, gepocheerd ei en cherrytomaatjes op toast.
Het is zonnig en een graad of 21, en omdat ik vind dat ik toch minstens één keer in Australië naar het strand moet en in de zee, ga ik vandaag fietsen huren bij mijn hotel, die dat als service biedt en langs de rivier naar de kust fietsen.

 Het huren van de fiets is voor mij net zo leuk als voor het hotelpersoneel, want de fietsen worden niet zo vaak verhuurd. Het is voor hen ook een van de eerste keren dat ze dit doen en ze gaan vrolijk mee in het proces van fietsen verhuren en formulieren invullen. De fiets is een schattige damesfiets, en ik kies uiteraard degene met de rieten mand, waar ik mijn waterflesje en lunch kan doen.

De fietstocht langs de rivier is bijna als langs de Kromme Rijn, en leuk bochtig op en neergaand pad langs de meanderende stroom, die soms wat breder is en soms wat smaller, met eendjes en aalscholvers, en pelikanen en ara's.
Ik ruik het naderen van het strand. De geur van de zee is zeer distenctief, maar moeilijk in woorden te omschrijven. Het is de geur van de zee. Het is een geur die direct een neuronenbaan in je hersenen actief maakt, een oeroude energiebaan, generaties geleden vastgelegd en overgeerfd tot nu, nu het geen nut meer heeft de zee te ruiken. 
Strandweer is voor Australiërs en toeristen blijkbaar iets heel anders dan voor mij. Het strand is, op een familie in een tent na, verlaten. Hier en daar wandelt iemand met de hond. Ik heb mijn geborgde handdoek en een zwembroek mee, want ik wil toch één keer in de zee, maar ik weet niet hoe dat moet, zo zonder voorbeeld. Ik stap maar weer op de fiets en fiets verder, iets wat ik wel begrijp.
Onderweg zie ik wederom een pelikaan die bedelt om voer. Ik gooi een stukje brood, dat hij in zijn snavel opvangt. Een mevrouw vertelt dat de pelikanen uit Adelaide zoo komen, waar ik morgen naartoe ga. Hun verblijf staat open, zodat ze kunnen vliegen. 's Avonds, etenstijd!, komen ze terug om gevoerd te worden. 

Een half uurtje voor sluitingstijd kom ik in het Adelaide art museum. Ik word in eerste instantie overweldigd door de voorste zalen, bomvol met olieverfschilderijen. Ik ben een aquareltype, olieverfschilderijen vind ik, zelf eentje maar, overdonderend. De verf is zo dik, de kleuren zo donker, de verf druipt er bijna van af.
Bij een olieverfschilderij blijf ik staan, omdat ik het interessant vind. Hij is geschilderd door absoluut een Brit, ik geloof dat hij O'Connell heette, en het is een landschapschilderij van de rivier de Murray, die hier een eindje verderop (eindjes verderop zijn in Australië al snel honderd kilometer) stroomt en waar je boottochten op een radarboot kunt maken. Het is eind 1800 geschilderd. Je ziet de monding van de rivier met bomen. Maar ook met Aboriginal mensen naast de rivier, een man en een vrouw, de avond doorbrengend bij een vuur. Dit doorbreekt het denken van zowel blank als aboriginal. Volgens de Australische geschiedenis zouden de eerste settlers het land hebben gezien als leeg, zonder mensen, er liggend om te worden ontgonnen. Van aboriginal art leer je de machteloosheid en woede over het decimeren van de aboriginalcultuur en hun connectie met het land en hun families. Maar het schilderij laat zien dat ook de eerste blanke settlers de Aboriginals zagen, niet alleen cultureel vooringenomen, maar ook gewoon een man en een vrouw bij een vuur, zoals die er geweest zullen zijn. Het is natuurlijk ook het soort romantiek dat in die tijd erg hip was.
Ik zie ook impressionistische schilderijen van Autralische landschappen van Aussie schilders. Dat is een vreemde ervaring, omdat impressionistische schilderkunst voor mij altijd Europese landschappen betreft. De landschappen hier zijn anders, het licht is anders, de lucht is anders. Het is overduidelijk Australië, maar dan op een impressionistisch schilderij.

20-07-2014

Koala feiten


Algemene feiten:
  • Koala's zijn solitaire dieren, met een leefgebied klener dan 3 hectare
  • Koala's communiceren door het markeren van bomen met hun geur uit geurklieren. Ze maken erg lage geluiden, boeren, of schreeuwen. Ze hebben hiervoor 2 sets stembanden. Hier is meer informatie van wetenschap24.
  • Koalamannetjes leven ongeveer 10 jaar. Vrouwtjes kunnen 5 jaar ouder worden.
  • Koala's zijn sleepyheads. Ze slapen ongeveer 19 uur per dag! Eucalyptus heeft weining voedingswaarde, de bladeren zijn vezelrijk en bevatten gif dat voor de meeste andere dieren gevaarlijk is. Daarom moeten koala's zo lang slapen.
  • Koalamannetjes wegen zo'n twaalf kilo. Vrouwtjes zijn onder de tien kilo zwaar.
  • Door jacht waren koala's aan het begin van de vorige eeuw bijna uitgeroeid.

Eten en drinken:
  • Koala's eten eucalyptusblaadjes. Ze hebben een aantal favoriete soorten eucalyptici, maar als het moet eten ze ook andere. Koala's zijn gezien op meer dan 120 verschillende soorten eucalyptussoorten.
  • Toch eten ze niet alleen eucalyptus. Koala's zijn gespot op zeker 40 verschillende soorten non-eucalyptusbomen. Ze eten ook door mensen aangeboden voer, maar daar worden ze ziek van. Niet doen dus.
  • Water krijgen Koala's binnen via het opdrinken van regendruppels en vocht op blaadjes, en natuurlijk van het eten van euclayptus. Soms drinken ze uit poelen. Ze zijn zelfs zwemmend gespot!
Nageslacht:
  • De paartijd is gedurende de lente en zomermaanden, alsof het dan al niet warm genoeg is! Koala's maken tijden het paren dus die hele lage geluiden met hun andere stembanden
  • Koala's hebben een draagtijd van ongeveer 35 dagen. Hoewel tweelingen soms gezien worden, is een enkel jong normaal.
  • Bij de geboorte wegen koalajongen ongeveer 500 miligram en zijn minder dan 2 centimeter lang, van hoofd tot staart!
  • Het jong brengt de eerste vijf á zeven maanden door in de buidel. Na een jaar zijn ze onafhankelijk van hun moeder, maar blijven bij hun moeder tot ze een eigen leefgebied koloniseren. Koala's hebben dan ook groencorridors nodig om nieuwe leefgebieden te kunnen koloniseren.


17-07-2014

22-04: Kangaroo Island

Kangaroo Island is een eiland bij de kust van Adelaide, ongeveer zo groot als Limburg, Noord Brabant en Zeeland bij elkaar. Het is daarmee het derde grootste eiland van Australië, dat zelf natuurlijk ook eigenlijk een eiland is.
Het is zo'n 10.000 jaar geleden gescheiden van het land van Australië, vanwege het stijgen van de zeespiegel na een ijstijd. Door deze afgelegen ligging is het vooral bekend vanwege zijn dieren en planten. Een aantal soorten, zoals de Kangaroo Island kangaroo, zijn endemisch; ze komen alleen op Kangaroo Island voor. De Nederlandse Wikipedia: Er leven 22 zoogdiersoorten op Kangaroo Island, waarvan 19 inheems zijn: de mierenegel (Tachyglossus aculeatus), de Kangaroo Island-kangoeroe (Macropus fuliginosus fuliginosus), de tammarwallaby (Macropus eugenii decres), de voskoesoe (Trichosurus vulpecula), de gewone kortneusbuideldas (Isoodon obesulus), de buideleikelmuis (Cercartetus concinnus), de kleinste dwergbuidelrat (Cercartetus lepidus), de endemische smalvoetbuidelmuis Sminthopsis aitkeni, de ratten Rattus fuscipes en Rattus lutreolus, de vleermuizen Pteropus scapulatus, Chalinolobus gouldii, Chalinolobus morio, Vespadelus darlingtoni, Vespadelus regulus en Nyctophilus geoffroyi, de Australische zeeleeuw (Neophoca cinerea), de West-Australische pelsrob (Arctocephalus pusillus doriferus) en de Nieuw-Zeelandse zeebeer (Arctocephalus forsteri). *Hierbij aangetekend dat de link naar de West-Australische pelsrob een link is naar de Kaapse pelsrob, die volgens het artikel verwand is aan de West-Australische
Een aantal van deze dieren kun je spotten op het eiland.

Het eiland werd Kangaroo Island genoemd door Matthew Flinders, de commandant die heel veel Australië zijn naam heeft gegeven en wiens naam heel veel voorkomt in Australië, van het beruchte Flinders Island tot in iedere beetje stad een Flinders street of vergelijkbaar. Hij was de commandant van het eerste schip dat volledig rond Australië heeft gevaren.
Er is geen Openbaar vervoer op het eiland; je bent aangewezen op een van de tours, of zelf een 4wheeldrive huren. De tours zijn onderverdeeld in tours met een 4wheeldrive, of met een bus, en dan langere of kortere tours, van een dag. Ik wilde wel langer op het eiland blijven, maar mijn planning kon niet anders dan gebasseerd zijn op de dag dat ik met de Indian Pacific zou vertrekken door de woestijn. Ik kon daarom geen lange tour met overnachting nemen en besloot tot een eendagse tour. Die waren ook nog enigszins betaalbaar. Dus heb ik in Nederland al rechtstreeks een tour geboekt via sealink.
We werden op een asociaal vroeg uur, zelfs voor mij, tegen half vijf al!, opgehaald bij onze hotels door de tourbus. We moesten nog een paar uur rijden voor we bij het veer naar Kangaroo Island waren, waarin ik kon contemperen over de staat van zijn van de openbare toiletten in Australië. Na een aantal zitplaatswijzigingen kwamen we op Kangaroo Island aan. Gezien de omvang van het eiland en aangezien we van de ene vuurtoren naar de andere en terug moesten, zo'n 400 kilometer, is de tour van een dag eigenlijk een soort speeddaten met het eiland. Op bepaalde punten kun je een kwartiertje of half uurtje uitstappen voor een fotomoment met zeeleeuwen, koala's, zeehondjes of de endemische kangaroe, maar het gaat allemaal volgens een strak tijdsschema. Ik heb de mooie foto's van zeeleeuwen en koala's, maar niet het gevoel gehad ooit echt op Kangaroo Island te zijn geweest.

 Kangaroo Island westkust





Zeeleeuwen!














De Kangaroo Island kangaroe
 Koala!
 Zeehonden op de rotsen


Kangaroo Island westkust













De eerste uitstapplaats was bij de zeeleeuwen. In het museum dat bij de zeeleeuwen hoorde, werd ons verteld dat het wilde dieren waren, en dat we vooral bij elkaar in één groep moesten blijven en niet te dicht bij de zeeleeuwen mochten komen. En zeker niet afdwalen. We liepen een trap af naar het strand. Een zeeleeuw lag te pitten onder de traptreden. Tot zover er niet te dicht bij komen. Maar we mochten haar niet proberen te aaien en geen vingers door de traptreden steken, en niemand was gelukkig zo gek om dat te doen! Een mannetjeszeeleeuw is erg beschermend tegenover zijn harem aan vrouwtjes en hij liep voortdurend op zijn flippers over het strand om te laten zien wat allemaal van hem was! Op de terugweg naar het basiskamp :), toen ik net mijn telelens had verwisseld voor de normale, raakte onze gids in alle staten toen er een zeearend overvloog. Daar  heb ik deze foto van:


Na weer een uur rijden, en, ik moet toegeven, erg goed lunch, waarbij ook aan vegetariërs was gedacht, en nog een uur rijden kwamen we bij de volgende stop, de koalawalk. De koala's zijn niet endemisch voor Kangaroo Island maar hier uitgezet, ik vermoed voor de toeristen. Medewerkers van een hotel in de buurt gaan iedere dag langs de bomen om te kijken in welke zich een koala tegoed doet aan eucalyptusblaadjes en plaatst hierbij een rode vlag. De kunst voor ons toeristen is dus om de rode vlaggetjes te vinden. Dat levert zeker erg mooie foto's van koala's, veel beter dan degene die ik zelf heb gevonden eerder op de trip, maar het haalt het toch niet bij dat gevoel zelf koala's te vinden. Aan de westkust zitten de West Australische pelsrobben op de rotsen. Inmiddels was op het eiland een behoorlijke bosbrand uitgebroken, dus enigszins gehaast ging onze bus weer terug over het eiland naar het beginpunt. Om tien uur 's avonds, na de ferryreis terug en de busreis, waren we weer in Adelaide.
Het leukste van alles was misschien wel de terugtocht met die ferry, kijkend naar de sterren op het dek. Drie Chinezen zagen mij dat doen en hallden gelijk hun fotocamera en statief om foto's te maken. Bij het aankomen in Australië zag ik op de pier nog een leuke pinguinkolonie. Zelf ontdekt, niet aangerijkt zoals de zeeleeuwen en de koala's.

12-07-2014

22-04 Openbaar toilet

Het is zes uur in de ochtend en ik zit in de bus naar Kangaroo Island en we moeten het maar eens over openbare toiletten hebben. Want hoewel ik na deze reis vermoedelijk volledig genezen ben van mijn fobie voor het gebruik van toiletten in de openbare ruimte, moet mij toch wat van de blaas. Ik heb, geloof mij; zeker niet tot mijn genoegen, gebruik moeten maken van allerlei soorten openbare toiletten. Een hurktoilet, ik herhaal, een HURKtoilet op Singapore Airport. Toiletten in hostels, openbare toiletten in Sydney & Melbourne, de open lucht, bush toilets in de Grampians, een soort gegraven kuilen met een doos met een gat erboven in een plastic hok, openbare toiletten bij benzinestations, chemische toiletten, eentje met gaten in het dak in de stromende regen bij het lighthouse, en het was allemaal even smerig. Stinkend druipend met bruine strepen, afgerolde toiletrollen in de hoek vastgekit, waar je precies in het midden wilt staan en geen enkel object te dicht wilt naderen, druipend om je heen, tok, tok, tok, wegvloeiend in de met wit uitgesleten betonnen vloer. Pies als tonicum voor de drie keer zo grote krabbeldieren. Na plassen horen je schoenen niet aan de vloer vastgeplakt te zitten! Ik vlieg naar buiten en schuur met de schoenzolen over het gras, langdurig, om elk contact met de plee aan de sprieten af te vegen.
Urinals heb ik al nooit echt begrepen; waarom zou je met zijn alleen naast elkaar op een rijtje staan pissen in een soort ovale staken? Maar hier in Aussieland zijn ze fan van de pisbak; een soort urinaal, maar dan van, ik neem maar aan, roestvrij staal, waar je niet eens meer in rust kunt piesen omdat je straal tegen het metaal klettert, wat door het hele toiletgebouw echoot, en je weg moet springen voor de opspringende druppels.
Maar het vreemdste is een soort geul met een soort verticale metalen plaat waar je tegenaan piest en een grid van ijzer over de geul waar je op moet staan. Je piest dus tegen de stalen plaat en het loopt onder je schoene weg. Meestal.
Mijn vraag is weer: waarom?? Willen mannen niet in alle rust plassen? Is dit een soort male-bonding experience waar ik niet van op de hoogte ben?

18-06-2014

You got mail

Een mailtje. Het is van de Indian-Pacific lui. Het is nog zeven dagen voor vertrek en ik word goede reis gewenst en geadviseerd het volgende mee te nemen:
  • Een deken
  • Een kussen
  • Toiletries
Ik ga hamsteren. Ik neem een lapjesdeken mee uit een hostel in de Grampians, met het idee hem in Perth terug te sturen met een berichtje erbij: 'I borowed this blanked from your hostel. I needed it for the Indian Pacific. I return it in this parcel. My utmost gratitude for lending.'
In een hostel in Adelaide betaal ik vijf euro borg voor een handdoek. Ik vind dat een redelijke prijs en besluit de borg als aankoopbedrag te zien. Een kussen koop ik in een K-mart, twee voor tien dollar. Ik probeer het overbodige kussen aan een dakloze te geven, maar die is er niet in geïnteresseerd.

Met al deze items heb ik een ander probleem. Mijn 'rol'koffer is overvol. Ik geef een serie boeken weg aan diverse mensen onderweg, sommige met een bookcrosssticker, sommige nog zonder. Een aantal kleren die ik toch zelden meer draag gooi ik in een hostel in een zak voor tweedehands kleren. Als je wilt mag je daar ook items weer uit halen als je die nodig hebt. Volgens mijn roomie zal ik een paraplu niet nodig hebben. Hier in Adelaide zal het niet regenen en in Perth, waar hij vandaan is gereisd, ook niet. Dit blijkt een enorme misvatting, maar ik laat de paraplu liggen. Mijn koffer is weer net onder de twintig kilo, den kan dicht zonder dat ik er op moet zitten, en zo moet het maar! Het voordeel is als ik straks uit de Indian-Pacific stap en de deken en kussen kwijt ben, mijn koffer zo licht is dat ik allerlei aankopen kan doen!

15-06-2014

21-4 Adelaide

In the news: $3 million dolars has been earmarked for the restauration of Churchill rd, Adelaide. Three storey app. buildings are going to be build, with prices starting at # 331.000.
Na een periode buiten is het altijd weer wennen aan een stad. Daar heersen andere regels, andere verkeersstromen. En pas als je er een week niet bent merk je hoe veel een stad eigenlijk is, zoveel licht en geluid en auto's en stank en mensen en kleuren en gebouwen.
Adelaide is een geplande stad. Ze is ontworpen door de eerste gouveneur van Zuid Australië, kolonel William Light in 1836. Zijn plan, dat nu Lights vision is gedoopt, was om Adelaide te ontwerpen in een netwerk, met 5 vierkanten in het centrum van Adelaide, met daaromheen een ring van parken, de Adailde Parklands. De stad is daardoor erg groen en er valt, zelf als je het niet kent, eenvoudig iets te vinden. Het is een stad waarin mensen zouden willen wonen, in plaats van al onze steden, die ontstaan zijn uit wanorde en waarin planologie alleen maar averechts werkt. Voor mij werkt Adelaide! Het moment waarop ik het Centrale busstation uitstap en de weidse brede lanen betreed, voel ik mij thuis. De stad is laag en weids, met brede straten. Overal zijn groenstroken en parken. Een stad waarin je je niet opgesloten voelt tussen de muren van de huizen. Een stad met een horizon, die je private space niet binnendringt.Dat is niet altijd meer zo, gezien het huidige nieuws, waar ook behoorlijk geprotesteerd wordt tegen de bedragen van geplande appartementen.


Er ontstaat ruimte. Ruimte die in de 1830's nodig was voor de wagens met ingespannen ossen die waar van de haven naar de stad en omgekeerd bracht, en mij nu een gevoel van ademruimte, vrijheid geeft.
Ik doe vandaag wat de Adelaidians doen. Ik loop Woolworths binnen voor de ingrediënten voor een picknick in het park; kalamantiolijven in rodewijnazijn, turks brood met knoflook, Tasmaanse kaas, cheddar natuurlijk, en noten en ga op een bankje in de botanische tuinen zitten voor lunch. Adelaidians nemen hun eigen opklapstoeltjes en tafeltjes mee voor een picknick, maar die heb ik natuurlijk niet.
Ik versleep mijn niet rollende koffer naar mijn nieuwe plek, een heus hotel, her Majestic Minima hotel. Dit is pas de tweede keer ooit dat ik in een hotel overnacht; de eerste keer was in een art hotel in Berlijn. Ook dit hotel in Adelaide is een art-hotel. Elke kamer is ontworpen door en heeft kunst van een andere kunstenaar. Het vreemde is, mijn kunst hangt achter mijn bed. Ik kijk uit op een enorm plasmascherm. Gelukkig staat het bed op wieltjes, en ik sleep hem naar de andere kant van de kamer en maak hem opnieuw op, zodat ik kan lezen en kijken naar de kunst in de kamer. De kunstenaar is Peta Al Annah Chigwidden en heet Mother of creation. Het is een lijntekening van een naakte vrouw van achteren, liggend, over vier panelen.
Verblijven in een hotel is een hele andere manier van reizen. Ik heb deze drie dagen geen enkele andere gast gezien. Dat is misschien ook een beetje de vorm van dit hotel, waar geen diningroom bij zit. Maar het ontmoeten van andere mensen tijdens een door een hostel georganiseeerd pannenkoekenontbijt, dat zie je in een hotel niet zo snel denk ik.

Het is zes uur 's avonds, en het is aardedonker. Dit hoort niet, hoor ik mijn lichaam en geest schreeuwen, het kan nog niet donker zijn. Maar dat is het wel. Het voelt als een winterdag in december, zo vroeg al avond. Mijn lichaam is goed gewend aan de nieuwe tijd, maar aan dit nieuwe seizoen zal het nooit wennen. Zelfs nu ik dit schrijf, anderhalve maand later in het zonnige Nederland, is mijn biologische seizoenenklok nog van slag.
Ik loop door Brundle street, de winkelstraat van Adelaide, maar alles is gesloten. Waar Sydney en Melbourne 's avonds gewoon open zijn, 24uurssteden in de New-York traditie, gaat Adelaide dicht. In het licht van de neonreclame en straatlantarens zingt Samantha Edge en speelt ze piano. Leuk, een avondconcert.
'We have bought her CD,' zegt een jongetje. 'It was only ten dollars.' Zijn vader heeft een boerderij buiten Adelaide, hij mest vleeskoeien. Ik zal niet niet tegen hem zeggen dat deze periode een goede tijd is om te verkopen, dat zal hij zelf weten. Hij houdt van Nederlandse koeien. We babbelen over het vliegtuig dat nog steeds niet is gevonden en de verkiezingen in Australië, die op de rol staan. En over de bosbranden, die ook in Europa in het nieuws waren. Dat zijn kindjes hier naar school gaan en hij nu niet meer kan reizen, zoals ik. Hij moet lachen om het paardenvleesschandaal in Europa, wat hier in Australië ook in het nieuws is geweest.
'Five and five is ten,' zegt het jongetje.

10-06-2014

Ngintaka; een songline van de Anangu

Een interpretatie van iiwi na aanleiding van de tentoonstelling Ngintaka in het Southern Australian museum in Adelaide.
De hagedis-man heeft een prachtige maalsteen gestolen van de aboriginals en verstopt in zijn staart zodat de aboriginals hem niet zagen en ontsnapte in de Zuid-Australische woestijn. De aboriginals vertrouwen het niet en zetten de achtervolging in. De hagedis sluipt door het landschap in de nacht. Hij heeft honger. Hij eet verse jeneverbessen, maar ze zijn niet goed en hij kotst ze weer uit. Hij eet van andere bessen, maar er gebeurt hetzelfde. Hij maakt van frustratie enome krassen met zijn klauw in het landschap. Deze krassen zijn hede ten dage nog steeds te zien. De hagedis heeft nu zo'n honger dat de aboriginals zijn lege maag in het landschap zien. Dit is een heilige grot in de aboriginalcultuur. 
De hagedis is moe en heeft honger en gooit de maalsteen weg. Die breekt in honderden stukken. De aboriginals vinden de stukken maalsteen op hun pad en ontsteken in enorme woede als ze zien wat er met hun belangrijke steen is gebeurd.

08-06-2014

Australië

Waar kleuren ongemengd zijn
de hemel andere beelden vormt
Waar water anders smaakt
en tijd buiten oevers treedt
heb ik nog twee minuten beltegoed
Twee minuten alledaagsheid
een druppel water in whiskey
Ik blader door mijn contacten
Wie zal ik eens bellen?

07-06-2014

20-4: Adelaide

In the news: This is a good time to sell livestock. Prices are going up!
De bus brengt ons verder in de Grampians voor een korte natuurwandeling. We wandelen naar de top van Pinacle rocks. We liepen langs de bergkam omhoog, ieder in zijn eigen tempo. Het is nog koud en ik trek zelfs mijn windjack aan. Er is geen echte weg en we klauteren over rotsen tot een bospad dat verder omhoog leidt. Al vrij snel ben ik in mijn eentje. Gelukkig maar, want al dat gekwebbel tijdens het wandelen, dat vind ik maar niets. Ik draai een bocht om en daar staat een kleine bruine wallibi! Ze merkt mij op en hupt twee stappen naar de bescherming van wat bush en blijft mij aanstaren. Ik pak voorzichtig mijn cameram in langzame bewegingen, zodat het dier niet zal schrikken, om mijn zelf gespotte wilde kangoeroe vast te leggen. Ik durf mijn telelens er niet op te schroeven, bang dat ik bend at het dier darvan schrikt en weghupt. Ik hoor de stemmen van twee meisjes die achter mij aan het bospad op lopen en gebaar dat ze zachtjes moeten doen. 'A walibi', fluister ik en wijs. Ook de meisjes maken foto's. Dan hupt het dier dieper het bos in en verdwijnt uit ons zicht.


We komen door gebied dat in februari van dit jaar, dit haalde zelfs het Nederlandse nieuws toendertijd, verwoest werd door brand. Door geluk, draaiende wind, is het plaatsje waar ik zometeen op de bus naar Adelaide stap, gespaard gebleven. De stad was al geëvacueerd en opgegeven. Want hoe erg ook, de bewoners van deze gebieden kennen de risico's van hier wonen en accepteren die. Of de verzekering dat ook doet, dat vertelde Henning niet. De bewoners hadden geluk, en konden een week later door het verwoeste landschap terug naar hun onbeschadigde huizen en winkels.
Het gebied ziet er verwoest uit, zwartgeblakerde boomstompjes met spookachtig gekronkelde takken, als schaduwen van enge wajangpoppen in een schimmenspel, die mensen komen halen voor een reis naar de onderwereld. Maar aan veel zwartgeblakerde bomen zitten al weer groene bladeren. Ze lijken dood, maar zijn dat niet. Na de winterregen zie je van het kale bomenlandschap niets meer terug.
Er zijn ook planten die het vuur nodig hebben om zich te kunnen verspreiden. Ze hebben zaden die door de hitte van het vuur openspringen en ontkiemen, zoda de nieuwe zaadlingen in een landschap zonder concurenten goede kansen hebben zich te ontwikkelen tot nieuwe planten. Ondanks het vuur, soms dus dankzij de brand, zit dit gebied vol leven.
Maar zonder koala's. Zij zijn niet snel genoeg om het vuur te kunnen ontlopen. De Grampians wordt omringt door boerenland, dat koala's uit andere gebieden niet kunnen oversteken. De Grampians zijn dus onbereikbaar voor ze, en ze moeten geherintroduceerd worden. Net als in Nederland niet helemaal echte natuur, maar natuur met de hand van de mens.
Henning is helemaal gek van de aboriginalcultuur en geeft mij allerlei tips en websites voor een toekomstige reis naar Australië. Want pas buiten de gebaande paden van de steden zie je het echte Australië, volgens hem. Ik moet natuurlijk ook nog op de foto met de Japanse meisjes en daarna wordt ik op de VLine naar Adelaide gezet, een busrit tot diep in de avond.

Het is donker in Adelaide en ik heb geen idee waar ik precies heen moet, of waar ik ben. In een parkeergarage van een groot busstation, denk ik. Ik doe maar weer eens wat en sleep mijn koffer, waar inmiddels een van de wieltjes niet meer van draait, door het stationsgebouw naar de passagierslounge, waar gelukkig een kaart ligt. Ik heb een echt heus hotel in Adelaide, waarover later meer, maar voor vanavond heb ik nog een hostel. Ik dacht dat dat handig zou zijn, omdat het hostel midden in de stad ligt, en ik voorzag dat ik geen zin had om in het donker naar een hotel te zoeken, maar nu ik hier ben had ik natuurlijk graag een taxi genomen naar het hotelgebied. Maar anyway, ik loop door de straten en besef me dat ik hier niet zal verdwalen. Zo'n mooie duidelijke stad! Het hostel is groot en ik deel mijn kamer met drie anderen die me snel wegwijs maken in het geheel van nieuwe regels. Soms is slapen in hostel zo leuk, als het zo gaat.

A first for me: Ik dineer met falafelballetjes in iets dat ik niet anders kan omschrijven dan de rosse buurt van Adelaide. Tussen de sexshops en de schaars geklede dames met enorme hakken hap ik mijn broodje weg, terwijl anderen lurken aan een waterpijp. Sexshops overigens, zijn gelegenheden die ik hier in Australië heel vaak tegenkom. Pornobioscopen, DVD-winkels en sexshops zijn hier overal. Zelfs in tijden van internet, waar schaarsgeklede, of volomptueusgeklede mensen, maar waar je hart ligt, een muisklik weg zijn, is er blijkbaar hier nog een markt voor.

05-06-2014

20-04 Kangoeroe's

Het is vijf uur. 5 uur. De zon stijgt in de stad, ik sta voor het raam en drink nog wat. Mijn hart is vol. Ik ben de eerste die opstaat en een mok koffie drinkt voor het raam van de gezamenlijke eetzaal. Drie Japanse meisjes met krultangen volgen snel. Want het is dan vroeg en we gaan met een bus, je haar moet goed zitten. Zij eten cereal zonder melk, ik brood met nutella. 
Ik pap aan met een van de Japanse meisje, Yasami, die wat Engels spreekt, want dat studeert ze, en af en toe wat van mijn Engels in het Japans vertaald voor haar vriendinnen. Ze studeert in Melbourne en heeft een vriendje dat ook Engels studeert, in Perth. Ik merk op dat dat niet zo'n handige regeling is, waar alle meisjes hartelijk om moeten lachen. 

Als we ons ontbijt op hebben gaan we ons mooi maken, tanden poetsen en douchen. Omdat ik al die dingen al gedaan heb om vijf uur, ga ik naar buiten om kangoeroe's te zien. Er is een kangoeroemoeder met een kleintje dat uit haar buidel drinkt.

De anderen komen ook naar buiten om te zoeken in de bossen en we fotograferen onze flashkaarten helemaal vol. Ik zie ook ara's en kaketoes en een vogel met net zo'n kromme snavel als een iiwi. 







01-06-2014

19-04: Nachtwandeling met Kangoeroe's

In the news: Man met blinde geleidehond test taxi's.
Van de 9 keer wordt hij 7 keer geweigerd als klant. Taxi-association: 'You have to obey the law driving taxis. You can't refuse a visual impaired passenger with a dog.'
John Quilligan: 'My dog is my left and my right arm. And everything else.'
Oh, the smell of beerbreath in the morning... Snurkende slaapgenoten en bieradem, het kan gebeuren in een hostel; vijf mensen is eigenlijk te veel voor deze ruimte. Ik ben blij met de frisse morgenlucht bij het tafeltje met lege bierblikjes.
Vandaag word ik opgepikt voor een tour geboekt bij wildlifetours.com.au langs de 12 apostles, een kliffengroep langs de Great Ocean Road, en de Grampians, die me uiteindelijk in Adelaide brengt. Een Frans meisje plakt een handgeschreven A-4tje op het raam van het hostel. Vervoer gevraagd langs Ocean Road - of GOR. Bel ... Nu ben ik even blij dat ik zo'n regelneef ben dat ik maanden van te voren dingen bedenk en boek, want anders had ik hier ook zo kunnen staan. Geen slaapplek en geen vervoer, want het is Goede Vrijdag, wat groter is in Australië dan in Nederland. Er rijdt geen bus voor de komende vier dagen, tot de dag na tweede paasdag. Daarom heb ik een tour geboekt naar Adelaide, niet iets wat ik normaal zou doen, maar het was de enige manier om hiervandaan naar Adelaide te komen!
Ik sta bij het Ilukarestaurant en maak me natuurlijk zenuwachtig. Dit is zo'n punt op reis, van de ene plek naar de andere, waar ik nerveus van word. Ik heb een driekwart tour geboekt en behalve dat dit mijn oppikpunt is, een punt dat niet bij de normale reis hoort, maar voor mij is bedacht, weet ik niets. En die afspraak is in januari gemaakt! Ik heb verder niets gehoord noch gemaild gekregen, en ik weet niet zeker of ik nou geacht word iets te doen, behalve met mijn koffer te wachten voor de deur van het restaurant.
Dat helpt mijn zenuwen niet. In mijn hoofd ga ik al bedenken hoe ik het moet oplossen als ik niet opgepikt word. Op de een of andere manier naar Melbourne terug en dan vliegen naar Adelaide. Ik moet daar de 21ste zijn om mijn trein te halen naar Perth. Dat is een soort deadline op reis. Een enorme groep mensen komt het restaurant binnen. Zijn zij van mijn tour? Dat zou kunnen. Vragen maar, maar aan wie? Aan een jongen met tatoos, die er wel utiziet als een reisleider.
Dat was hij niet, maar ik weet nu wel dat ze niet van mijn tour zijn. Ik voel me opgelaten en durf nu niet meer goed te vragen aan de andere groepen die binnen komen. Het is een half uur na pick-up tijd. Ik bedenk dat ik dit soort halve tours voor mijn eigen gemoedsrust maar niet meer moet boeken. Na drie kwartier spanning komt een chauffeur naar mij toe. Dat hij van de tour is en ik mee kan naar de bus. Ze hadden ergen anders gegeten. De organisatie had netjes doorgegeven dat ik moest worden opgehaald, dus alles was perfect geregeld. Nu nog door de aandacht van nieuweling heenbijten en de fun kan beginnen.
Eigenlijk is deze tour bedoeld om me naar Adelaide te brengen en is wat ik aangeboden krijg een bonus: maar het is wel een hele leuke bonus, die ik me altijd zal herinneren.

De chauffeur heet Henning en is ex-Duitser, want hij mocht zijn Duitse nationaliteit niet houden toen hij Australiër werd. Zijn roadname is Roaster. Hij neemt ons mee voor een korte wandeling door een stuk regenwoud en vertelt over de vleesetende zwarte slakken van Otway, die al leven sinds Godwannaland. Die zien we niet, en volgens mij is niemand daar echt rouwig om.
In het oerwoud verandert het ecosysteem, van een systeem perfect voor eucalyptusbomen naar een systeem voor varens. Ik had altijd begrepen dat Australië sinds het van Antartica gescheiden werd en naar het Noorden dreef geologisch vrij inert was, maar dit stuk land is pas veel later omhoog gekomen, hoor ik van Henning. De Godwannaslakken moeten hier dus heen gemigreerd zijn, bedenk ik me.

De 12 apostles zijn stukken klif die door erosie van de kust is gescheiden. Er zijn er nooit 12 geweest, anders dan dat de Nederlandse wiki pretendeert. De naam is in de begintijd van het toerisme bedacht om mensen te lokken. De plek heette de zeug en de biggetjes (The Sow and pigglets) en dat trok blijkbaar niemand. De 12 apostellen wel, want het staat vol met toeristen.  In 2005 stortte een van de rotsen in zee. De zee zal alle rotspunten ooit helemaal verzwelgen. De zee zal echter van de kust nieuwe rotsformaties afbrokkelen, zodat er nog heel lang rotsformaties zullen staan op deze plek, al zijn dat hele andere dan er nu staan.


Hoe gevaarlijk dit soort plekken kunnen zijn illustreert het verhaal dat Henning ons, als we weer vertrekken, vertelt van een andere piek in het water, even verderop; The London Arch. Deze piek zat tot 1990 aan het vasteland vast via een landbrug van rots (hence the name). Terwijl er mensen op de piek aan het fotograferen waren stortte de hele landbrug in, de toeristen gestrand op de piek achterlatend. Een aantal mensen zag het gebeuren en schakelde de politie in. Die deed echter urenlang niets; er kwamen vaker grappenmakers langs die beweerden dat de brug was ingestort! De toeristen werden uiteindelijk gered door een helicopter.

We rijden in een inktzwarte wereld. 'Buckle up guys,' komt de stem van Henning. 'Hier lopen kangoeroe's vrij rond, dus voor als ik een noodstop moet maken moet iederen in de veiligheidsriemen zitten.' We doen dat giechelend. We zien niets, behalve het licht van de koplampenen soms een schaduw. Zonder incidenten bereiken we onze slaapplaats, een hostel in niemandsland. Dit niemandsland blijkt een plaatsje van 400 inwoners... en heel veel kangoeroe's. Er is veel lekker gras voor ze, en worden niet gejaagd. Als we onze bedden hebben opgemaakt zijn we weer klaar wakker en ik wil wel even wandelen in het donker. Van Henning krijg ik een zaklamp op mijn hoofd, net als twee Duitsers. We lopen van de weg af, en zien helemaal niets tot twee meter voor ons, maar we horen wel wat. Een soort piepen, dat je makkelijk zou kunnen afdoen als van een vogel. We knippen onze hoofdlampen aan en dan zien we ze, 20 kangoeroe's, in het donker knabbelend aan het gras. Alle drie doen we verschrikt onze hand voor de mond. De dieren kijken verstoord op en we knippen onze lampen weer uit. We schuifelen naar voren en gaan op onze knieën zitten voor we de lampen weer aandoen. In het licht blijven de kangoeroe's, een aantal grote en kleine, zitten knabbelen. Ik steek mijn hand uit en een kangoeroe hopt naar mij toe en snuffelt aan me. Ik houd mijn adem en nerveuze giechel in. Dan beseft de kangoeroe dat ik niet ruik naar gras en gaat twee hoppen verderop weer eten. Als we de lampen weer uitdoen hoeren we het hoppen van de beesten. Verschrikt doen we de lampen weer aan, maar ze komen niet op ons af, maar staan een stukje verder alweer van het gras te knabbelen.


Het is een raar opgewonden gevoel zo in het donker tussen de kangoeroe's te staan. Hoe is het mogelijk dat ik dit meemaak? We giechelen alle drie en lopen terug naar ons hostel, met een herinnering rijker die ons de rest van ons leven bij zal blijven.

29-05-2014

18-04: Great Ocean Walk Otway - Castle Cove

9.00 uur:
Het is begonnen met stortregenen. Ik sta in mijn regenkleren, mijn rugzak beschermd met een regenhoes. Het giet werkelijk alsof de hemelsluizen zijn opengezet. Met Parker, de Taiwanese Great Ocean walker rijd ik in de taxi naar het beginpunt van de wandeling van vandaag; Cape Otway, het zuidelijkste puntje van het vasteland van Australië. Mijn startpunt is het Cape Otway Lighthouse, maar dat is nog gesloten. Het giet nog steeds, dus ik blijf maar niet wachten om het te kunnen bezichten, maar ga lopen. Eerst nog even plassen in de openbare toiletten. Ik plas en de lucht piest op mij door de gaten in het dak. Het is een wandeling van 20 kilometer Van Cape Otway

 door de bossen, over de kliffen, via het strand tussen de eucalyptusbomen, langs de rivier,

 naar Castle Cove. Een beetje Ierland, maar toch echt verschillend. Gelukkig stopt het na een uurtje met hard regenen en komt gedurende de wandeling zelfs de zon even langs. Ik loop en loop en loop tot de keuze komt tussen langs het strand of over de kliffen. Ik daal af naar het strand. Ik hoor de bulderende golven en als ik de bocht omdraai snap ik waarom; het wordt vloed.
Het strand waar ik over loop wordt steeds smaller. De golven klotsen over mijn schoenen. Een uitloper van de kliffen verspert mijn weg. De golven klappen op de stenen en barsten uit elkaar in miljoenen druppels, die als zoute regen op mijn regenjas tikken. Het is een oergeluid. Ik klim over de glibberige stenen in de hoop dat daar achter strand ligt.
Dat ligt er, een smal strookje. Gelukkig zie ik in de verte het bord met de gele pijl die aangeeft dat de wandelroute daar weer omhoog de kliffen op gaat. Op de kliffen kijk ik achterom en zie het strand verdwijnen en de golven tegen de kliffenkuts opklotsen.
Het laatste deel is erg mooi. Ik loop door de struiken en bij iedere bocht heb ik prachtig uitzicht over de zonbeschenen zee die op de kliffen beukt. Hier heeft dus ooit Antartica aan vastgezeten. Daardoor zijn de kliffen zo verticaal. Ze lopen nog kilometers zo door onder de zeespiegel. De golven worden nergens door afgeremd en klappen met volle maankracht op de kust.
De rivier is de Aire river. Ik zie hem liggen als ik hoog op de kliffen sta, en zie in de verte de brug die ik over moet. Het is hier heel ander landschap, lieflijker, minder ruig dan de kliffen, met bos langs de rivier. Geen menselijk bebouwing te zien, kilometers ver, anders dan de brug.
Voor de brug is een ketting gespannen en een bord 'Road closed'. Wat nu? Ik moet echt naar de overkant en zie geen andere mogelijkheid dan deze brug. Geheel in stijl met de vakantievibes, waarin ik veel stoutmoediger ben dan anders, kruip ik onder de ketting door en glip over de brug. Gelukkig hoor ik niet de verwachte zwaailichten en sirenes en boze boswachters die mij meenemen voor vier dagen water en brood, maar alleen vogeltjes in de bomen en de golven van de rivier. Ladida, ik ben helemaal niet net de brug overgestoken, ik sta altijd al aan deze kant. 

15.00 uur:
De taxi haalt mij weer op van Castle cove. Ik heb geen grot gezien, maar misschien zit die in de klif waar ik op sta. Vier milieutechnici in opleiding rijden met mij mee. Zij gaan de hele Great Ocean walk lopen de komende paasdagen en komen vandaag aan in Apollo Bay. Ik stop met lopen, en geef ze mijn wandelkaart. De taxichauffeur zet de radio aan. INXS!

18.30 uur:
Het hostel is helemaal vol met allemaal nieuwe mensen. Iedereen die ik ken van de eerdere dagen is verdwenen, op doorreis naar andere plekken, zoals ik morgen ook zal doen. Het is alsof ik net aangekomen ben in een nieuw hostel en ik moet helemaal opnieuw wennen. Ik ben ook nog verhuisd naar een andere bungalow, met twee Duitse meisjes en een Australisch paar. Ik ga maar douchen na de wandeling en de wereld op mij af laten komen, en iets eten in Apollo Bay. Mijn laatste avond hier.
Ik kom Jane tegen op straat, de vrouw die gisteren bij mijn vistafel kwam zitten en we besluiten samen eten en vertellen elkaar ons levensverhaal bij de lokale Chinees.


26-05-2014

Kaarten


Deze kaart geeft een idee waar we nu zijn in het verhaal. De Great Ocean Walk is op het Zuidelijkste puntje van het vasteland van Australië, onder Melbourne. De stukken in de zwarte vierkanten heb ik deze twee dagen gelopen, van Apollo Bay naar Shelly Beach en van Cape Otway naar Castle Cove.
Ik had al lang geleden bij de voorbereidingen bedacht dat ik hier wilde wandelen en had een kaart gekocht om te kijken hoe dat moest. De beste kaart die ik kon vinden was een 4-wheeldrive kaart. Met die kaart en het internet kwam ik er niet uit hoe ik hier de hele Ocean Walk kon wandelen. Ik had twintig kilo bagage bij me, dus van plaats naar plaats wandelen was niet zomaar een optie. Bovendien zijn er slechts sporadisch ho(s)tels en kamperen wil ik niet. Bovendien heb ik daar de spullen niet voor. Als ik wilde wandelen moest ik van wandeling naar wandeling en terug vervoerd worden. Die optie is er en heet GOR, een soort busjes die dat doen. Maar hoe ik dat moest regelen, en wat dat kost, werd me niet duidelijk. Ik kon op de enorme afstand Nederland-Australië niet zien hoe dat moest, en het internet, die grote afstandsverkleiner, geeft hiervoor weinig informatie. Pas in Apollo Bay zag ik dat als ik wilde ik het wel kon regelen. De taxi bracht mij bijvoorbeeld naar Cape Otway en terug van Castle Cove voor opgeteld 50 dollar, zeg 30 euro. Dat is gezien de afstand niet veel geld. Ik had het wel gedeeld met anderen die dezelfde taxi namen, dat moet je ook maar overkomen. Lukt het niet, dat zit je of vast, of betaal je 100 dollar of meer voor een enekele reis. Misschien had ik het er op aan moeten laten komen, maar dat durfde ik in de planning in Nederland niet.
De eerste wandeling heb ik gelopen met de 4wheeldrive kaart. Dat ging heel behoorlijk, maar het blijft, ondanks dat het veel duidelijker is dan de autokaart, schematisch. Die avond kocht ik bij de tourist information een mooi wandelkaart voor de tweede wandeling van Cape Otway naar Castle Cove. De 4wheeldrivekaart gaf ik weg aan een van de jongens in het hostel waarmee ik had gepoold. Hij had een motorfiets en kon de kaart goed gebruiken. De wandelkaart heb ik na de wandeling weggeven aan een groep Ecostudenten die met mij in de taxi reisden en de volledige Ocean Walk gingen lopen.

21-05-2014

17-04: Great Ocean Walk deel 1

In the news: Fence keeps people form feeding seals

Het is avond in Apollo Bay en ik zit in een upperclassplek, met maaltijden van 50 dollar, zonder de wijn, in nette kleren, komen er twee mensen binnen in short en t-shirt... Dat had ik gisteren dus ook kunnen doen.
Het restaurant is boven de bakkerij die mijn standaard ontbijt- en koffieplek wordt in Apollo Bay. Met een smalle trap kom je boven. Ik zit aan een tafel in een hoekje, onder het krijtbord met de specials van vandaag. Dat zijn de visgerechten, met de vangsten van vandaag.
Fish it is going to be! Na een aantal teleurstellende vegamaaltijden nu een posh-vis. Want wat heb ik tot zover gegeten? Een kangoeroeburger op het dakterras van het hostel, Japanse salade uit een plastic bakje bij Madama Butterfly, een vegetarische pizza met australische wijn op de laatste dag in Sydney. In Melbourne heb ik gegeten bij Sisters of Soul, een echt vegetarisch restaurant, wat je als vegetariër dan moet sponsoren vind ik, want zoveel zijn er daar niet van. Ik had er een vegetarische pad Tai, en die was eigenlijk heel gewoontjes, niet anders als ik hem thuis maak, en dat wil je toch wel in een restaurant. Bij de buren van Lentils had ik een vegaburger,  die was wel erg lekker. En gisteren dus de nummer 84 vega-pizza. Nu wil ik dus een echte restaurantmaaltijd. Ik bestel iets van de specials, een hele Victoria Redfin, met Riesling uit de buurt. Ik neem een slokje, pak mijn blogboek, en ga vandaag schrijven...

Vandaag was een heerlijke dag, waarin alles goed kwam. Het tourist information centre belde de taxi voor mij om me na de wandeling te komen ophalen op een afgesproken punt, bij Shelly Beach. Het is een wandeling van 10 kilometer en ik schat in dat ik 3 uur in de middag makkelijk moet redden.
De meneer die ik had wakker gemaakt was vertrokken. En ik ga wandelen.
Ik smeer mijn lunchpakket met de pindakaas en cheddar, als mr. Gizmopuddy, de man van
de bookcroster Gizmopuddy, langswandelt met een drone. Het is een soort modem met propellors en een webcam waarmee videobeelden worden gemaakt als hij in de lucht is. Wij drie mannen, de mannen waarmee ik gekaart en gepold heb, worden direct weer kindjes! Een vliegend object! De douane blijft een vaag ding; noten naar Australië meenemen levert een gigaboete op, maar een drone het land in brengen, geen probleem...
De drone is radiografisch en heeft vier propellors, een camera en GPS. Mr Gizmo stuurt hem de lucht in voor een ronde over Apollo Bay en hij komt vanzelf weer terug bij zijn GPS coördinaten van de start. Dat is nog eens wat anders dan de radiografisch bestuurbare vliegtuigjes die ik me herinner van mijn vader, toen ik tien was. Die stonken naar petrolium en kwamen zeker niet terug. Vader vloog 15 minuten en was een uur bezig om het vliegtuig terug te vinden.

Het is een geweldige wandeling, met alles er in. Het is heerlijk weer voor wandeling, zonnetje, twintig graden ongeveer, een beetje wind. De wandeling begon bij mijn hostel en het eerste stuk was onroad naar een plaatsje dat Cape Morengo heette. Het geasfalteerde pad liep langs de baai van Apollo, waar een aantal wildwaterkanoërs in de surf speelden. In Cape Morengo ging ik van de gebaande paden af en over het rotsige strand met door het water grillig gebeeldhouwde rotsen. Tot Storm point loop ik verder over het strand, de geur van vis, het geluid van de rollende golven.
Bij Storm point wordt mijn route geblokkeerd door een aantal rotsen, waar de golven tegenaan kletsen. Even later vind ik een paadje omhoog over de klif en ben ik weer op weg, nu over de kliffen, tussen de door de wind verwrongen bomen door. Soms moet ik omhoog, soms naar beneden. Over het strand bereik ik Three creeks, beneden aan het strand.
Bij Three creeks gaat de weg gestaag omhoog, en loop ik het regenwoud in. Enorme eucalyptica torenen boven mij uit. Ik hoor de ara's en andere vogels kwebbelen en tussen de bomen door schieten. Varens en groene planten bedekken de bodem tot op ooghoogte. Er kruipt en kriebelt  van alles tussendoor, vingerkootmieren, duizendpootachtigen. Vingerkootmieren zijn de dieren die ik vooral rond mij zie, mieren zo groot als twee vingerkootjes, vermoedelijk bull-ants. Er is geen goede manier om het regenwoud te beschrijven als je er niet bent geweest. Het is donker, alsof er om je heen alleen maar bomen zijn die de lucht verstikken. Ik voel me in een soort tunnel van groene planten. De aarde, de lucht, lijkt verdwenen.
Ik klim hoger en hoger. Er komt weer lucht tussen de eucalyptusbomen, de woudreuzen die ver onder mij beginnen en ver boven mij hun top hebben. Vogels spreiden hun vleugels en staart en zweven van boom tot boom. Kleine zwaluwachtigen vliegen recht op me af, maken een haakse bocht en schieten de varens in. Ik kom een bord tegen, een stukje mens, dat me waarschuwt dat ik voor slangen moet oppassen en voor neervallende takken. Ik kijk meteen omhoog en naar mijn voeten, maar geen slangen en geen neervallende takken.

Even later kom ik bij de picknickplaats van Shelley beach. Boven mij eten twee koala's hun lunch van eucalyptusbladeren. Twee kleine blobjes in enorme eucalyptusbomen.


Bij de picknickplaats zijn twee Australische dames, waarvan er een Nederlandse voorouders heeft. We babbelen en ze blijken op vakantie te zijn geweest in Utrecht. Hoewel ik later ben vertrokken dan gepland vanwege de drone, heb ik nog wat tijd over voor de taxi komt en daal weer af naar Elliot Creek. Elliot Creek is een lieflijk riviertje met een waterval en lush vegetation erom heen. Achter mij kletteren de golven op Shelley Beach. Ik moet weer omhoog, naar mijn taxi.

Allan is de taxichauffeur van dienst. Naast taxichauffeur heeft hij ook een dairyfarm met koeien. Ik bekijk zijn foto's van de Great Ocean Walk, waarbij ik er een aantal herken van plekken waar ik net ben geweest. Allan heeft een optie voor morgen om mee te rijden met iemand anders en nog een wandeling te lopen. Ik kan dan wandelen van Cape Otway met de vuurtoren tot Castle Cove, 15 kilometer, een behoorlijke uitdaging, maar ik heb er de hele dag voor!

De Victoria Redfin is een groot succes. Als hij geserveerd wordt is het hele restaurant jaloers! Iedereen mompelt of zegt hardop dat hij dat had moeten bestellen. Het is een prachtige hele vis, met kop en staart en ingewanden, die ik langzaam peuzelend verwijder.

Er komt een vrouw naar mijn tafel. Ze stelt zich voor als Jane. Ze zat met twee andere vrouwen aan een ander tafeltje. Ze logeert in Bimbi park en werkt daar voor kost en inwoning. Waarom ze hier dan eet wordt snel duidelijk, de vader van een van de anderen aan haar tafeltje is ziek geworden en dit het een afscheidseten voor diegene die naar huis gaat om voor haar vader te zorgen. We praten leuk en ik krijg haar emailadres. Een date dankzij een vis!

Mood: :-) :-) :-)

17-05-2014

16-04: Omgekeerd

Deel 1: Localtourist
Koffie! Voor ik ga reizen naar Apollo bay wil ik koffie.
Ik ga naar Starbucks met mijn Starbucks stempelkaart. Nog twee stempels en ik krijg gratis koffie! En dat is de lol van Starbuck, dat het over al zit en overal hetzelfde is... De jongen achter de kassa kent mijn stempelkaart niet en wil hem graag als souvenir. Ik geef hem, nog een stempel te gaan, af, en ik krijg een gratis Chestnut Machiatto. De omgekeerde wereld, de local die een souvenir krijgt van de traveler.

Deel 2: Binnenbuiten
Het landschap suist aan mij voorbij. Ik kijk op uit de trein waarin ik dit schrijf. We zijn echt niet meer in Nederland! Het is wijds, bruin landschap, met een paar bomen. Hier en daar grazen koeien. Het klinkt heel Nederlands, maar we zijn echt niet meer in Nederland.

Overal onderweg zie je waar Australië rijk van is geworden; delfstoffen. Fabrieken graven het binnenste van Australië op om te verkopen aan China. Gigantische tanks oogsten de mineralen, olie en kolen die waarde hebben. Grote waterbakken scheiden de waardevolle componenten van het waardeloze rode zand. Enorme graafmachines werpen stof op. Uit buizen spuit het rode zand op hopen. Het binnenste wordt het nieuwe buiten. Enorme vrachtwagens rijden over het nieuwe buiten, met in hun buik het oude binnen, het goud, de kolen, de metalen, naar de havens, waar het in enorme platte schepen over de oceanen wordt vervoerd naar China; een constante rij varende bergen over de zee.
Australië verkeerd in staat van ontbinding. Wij mensen zijn de aaskevers die het land strippen van zijn bodemstoffen en onverteerbaar stof achterlaten. De wind doet de rest, Australië verdwijnt langzaam in stofwolken over onze Aarde, tot de Indische oceaan en de Pacific elkaar groeten en het ooit aanwezige continent in de golven verdwijnt.

 Deel 3: werkelijkheid in te kleuren
Apollo Bay is een kleine kuststad ten zuiden van Melbourne, aan de slingerende Great Ocean Road. De lokale bus van Lorne naar Apollo Bay brengt mij naar de halte, de enige van de stad, voor het tourist centre. De Great Ocean Road slingert langs de kust van Melbourne naar het Zuiden en dan weer omhoog richting Adelaide, waar hij nooit aankomt, omdat hij in de tussentijd van naam verandert. Het is de kust die vroeger Australië en Antartica verbond. Door het tektonische ritme van de aardplaten zijn Antartica en Australië ruw van elkaar los gescheurd, wat een prachtige kustlijn tot gevolg heeft, met recht naar beneden dalende kliffen.
De rit naar Apollo Bay heeft de soundtrack van het kindje twee stoelen voor mij, dat de hele rit met haar I-pad speelt. "Color this drawing. Press C to continue, press O for options, press C for colours, press F for fill." De zee strekt zich uit voor onze ramen. "Color this drawing. Press C to continue, press O for options, press C for colors, press F for fill." De weg loopt langs de steile rotswanden, met eucalyptusbomen tot ver boven ons. "Color this drawing. Press C to continue, press O for options, press C for colors, press F for fill."

Deel 4: binnenstebuitenmens
Apollo Bay is een lange straat met winkels en restaurants langs de kust, die afbuigt naar rechts. Daar zit mijn hostel, dat Surfside backpackers heet. Omdat het nog niet druk is, krijg ik een andere kamer, vier in plaats van vijf bedden, in het centrale verblijf waar ook de keuken en de gezamelijke ruimte is.
Ik kan niet aan het nieuwe ritme wennen. Voor mijn gevoel gaat alles anders, en is alles in een andere tijdzone dan ik, hoewel dit het stukje reis is dat ik niet van tijd verander. Maar toch, Melbournetijd is anders dan Apollo Bay tijd. Ik heb een leuk gesprek met iemand van de VVV en krijg allerlei tips hoe dingen te doen. Ik koop ontbijt en lunch voor de wandeling die ik morgen wil maken, 10 kilometer langs de kust en door het regenwoud. Wit zuurdesembrood, Tasmaanse kaas (Cheddar natuurlijk, het is hier Commonwealth), nutella en pindakaas met honing die ze hier in de supermarkt verkopen. Ik moet een taxi bellen die me morgen van het eindpunt van de wandeling terugbrengt naar Apollo Bay, maar dat durf ik nog niet zo goed.
Inmiddels is het vier uur, en ik ga een korte wandeling lopen naar Mariners lookout, op een berg, met uitzicht over de kliffenkust en het dorpje Apollo Bay. "Are we going to the lookout?" vraagt een meisje van een jaar of zes met een hopeloos posh-engels accent. Dat gaan ze niet. "Well, I am," zeg ik. "Oh, just walk straight ahead," zegt de moeder, "You can't miss it. Quite a climb though." De weg gaat inderdaad een paar kilometer stevig omhoog, en ik zweet als een iiwi. Boven zijn er die prachtige uitzichten en schaapjes. Het is bijna Ierland!

Terug in de stad lukt het me niet echt een plek te vinden om te eten. Ik wil wel lekker eten, maar ben nog gekleed in iets eenvoudigs en stink, denk ik, naar zweet. Ik blijf de straat op en neer lopen voor iets geschikts, maar ik vind dat niet. Ik eet uiteindelijk in een soort grote eetschuur met plastic tafeltjes. "Number 84!" En dat ben ik, met een vegetarische pizza.

Na die mislukking had ik misschien moeten gaan slapen, maar ik zocht contact met de mensen in de YMCA. Poolen en kaarten, maar het lukt me niet me goed te uiten. Om half een ga ik naar bed en maak ik mijn roomy wakker, omdat ik niet wist dat die er was, door het licht aan te doen en in mijn kamer te rommelen.

Deel 5: all creatures great and small
Australië is een land van oases, kleine bewoonde gebieden in een enorm niets. Iedereen moet uiteindelijk aanspoelen in een van die oases. Een van mijn kamergenoten in het Surfsides backpackers is de man van een  bookcrosser van de conventie. Hij is zijn eigen gang gegaan en niet naar de conventie geweest, maar vanuit Sydney en Ulluru in Apollo Bay gestrand. Ik ken hem niet, en zijn vrouw niet meer dan vijf zinnen op de conventie, en hij mij ook niet, maar hij herkent mij aan mijn Bookcrossingconventie t-shirt dat ik draag. Het is een kleine wereld, en dat geldt zeker voor Australië.

Deel 6: vervormd
Cees Nooteboom schrijft dat hij Orion, het sterrenbeeld, in Australië op zijn  kop zag. Volgens mij is dat niet zo. Hij is gekanteld, meer dan 90 graden, maar niet ondersteboven. Het blijft een raar gezicht, een zo duidelijk herkenningspunt aan de hemel, helemaal vervormd. Een beetje zoals deze dag in Apollo Bay voor mij.

15-05-2014

Regular life in Melbourne


       Melbourne in de regen                                           -  iiwi met poes in de tuin
       Zuurstokken maken                                               - Trams

Bij de Mac

Flaneren bij de pier in St Kilda

                   St kilda                                                                       - Phone home

In het Luna Park in St Kilda

Little Free library op het Centraal Station
Autoreparatie aan de Esplanade
                  
                              Skaten                                                    - Aan de baai
                                                                  Joggen



     Eten aan de Yarrah                       - Streetart                                                 - Chinatown
     Collins Place                                - Voetgangersbrug Flinders st                    - Windowscleaning 1





Streetart
Windowscleaning II

Avond in Melbourne