18-06-2014

You got mail

Een mailtje. Het is van de Indian-Pacific lui. Het is nog zeven dagen voor vertrek en ik word goede reis gewenst en geadviseerd het volgende mee te nemen:
  • Een deken
  • Een kussen
  • Toiletries
Ik ga hamsteren. Ik neem een lapjesdeken mee uit een hostel in de Grampians, met het idee hem in Perth terug te sturen met een berichtje erbij: 'I borowed this blanked from your hostel. I needed it for the Indian Pacific. I return it in this parcel. My utmost gratitude for lending.'
In een hostel in Adelaide betaal ik vijf euro borg voor een handdoek. Ik vind dat een redelijke prijs en besluit de borg als aankoopbedrag te zien. Een kussen koop ik in een K-mart, twee voor tien dollar. Ik probeer het overbodige kussen aan een dakloze te geven, maar die is er niet in geïnteresseerd.

Met al deze items heb ik een ander probleem. Mijn 'rol'koffer is overvol. Ik geef een serie boeken weg aan diverse mensen onderweg, sommige met een bookcrosssticker, sommige nog zonder. Een aantal kleren die ik toch zelden meer draag gooi ik in een hostel in een zak voor tweedehands kleren. Als je wilt mag je daar ook items weer uit halen als je die nodig hebt. Volgens mijn roomie zal ik een paraplu niet nodig hebben. Hier in Adelaide zal het niet regenen en in Perth, waar hij vandaan is gereisd, ook niet. Dit blijkt een enorme misvatting, maar ik laat de paraplu liggen. Mijn koffer is weer net onder de twintig kilo, den kan dicht zonder dat ik er op moet zitten, en zo moet het maar! Het voordeel is als ik straks uit de Indian-Pacific stap en de deken en kussen kwijt ben, mijn koffer zo licht is dat ik allerlei aankopen kan doen!

15-06-2014

21-4 Adelaide

In the news: $3 million dolars has been earmarked for the restauration of Churchill rd, Adelaide. Three storey app. buildings are going to be build, with prices starting at # 331.000.
Na een periode buiten is het altijd weer wennen aan een stad. Daar heersen andere regels, andere verkeersstromen. En pas als je er een week niet bent merk je hoe veel een stad eigenlijk is, zoveel licht en geluid en auto's en stank en mensen en kleuren en gebouwen.
Adelaide is een geplande stad. Ze is ontworpen door de eerste gouveneur van Zuid Australië, kolonel William Light in 1836. Zijn plan, dat nu Lights vision is gedoopt, was om Adelaide te ontwerpen in een netwerk, met 5 vierkanten in het centrum van Adelaide, met daaromheen een ring van parken, de Adailde Parklands. De stad is daardoor erg groen en er valt, zelf als je het niet kent, eenvoudig iets te vinden. Het is een stad waarin mensen zouden willen wonen, in plaats van al onze steden, die ontstaan zijn uit wanorde en waarin planologie alleen maar averechts werkt. Voor mij werkt Adelaide! Het moment waarop ik het Centrale busstation uitstap en de weidse brede lanen betreed, voel ik mij thuis. De stad is laag en weids, met brede straten. Overal zijn groenstroken en parken. Een stad waarin je je niet opgesloten voelt tussen de muren van de huizen. Een stad met een horizon, die je private space niet binnendringt.Dat is niet altijd meer zo, gezien het huidige nieuws, waar ook behoorlijk geprotesteerd wordt tegen de bedragen van geplande appartementen.


Er ontstaat ruimte. Ruimte die in de 1830's nodig was voor de wagens met ingespannen ossen die waar van de haven naar de stad en omgekeerd bracht, en mij nu een gevoel van ademruimte, vrijheid geeft.
Ik doe vandaag wat de Adelaidians doen. Ik loop Woolworths binnen voor de ingrediënten voor een picknick in het park; kalamantiolijven in rodewijnazijn, turks brood met knoflook, Tasmaanse kaas, cheddar natuurlijk, en noten en ga op een bankje in de botanische tuinen zitten voor lunch. Adelaidians nemen hun eigen opklapstoeltjes en tafeltjes mee voor een picknick, maar die heb ik natuurlijk niet.
Ik versleep mijn niet rollende koffer naar mijn nieuwe plek, een heus hotel, her Majestic Minima hotel. Dit is pas de tweede keer ooit dat ik in een hotel overnacht; de eerste keer was in een art hotel in Berlijn. Ook dit hotel in Adelaide is een art-hotel. Elke kamer is ontworpen door en heeft kunst van een andere kunstenaar. Het vreemde is, mijn kunst hangt achter mijn bed. Ik kijk uit op een enorm plasmascherm. Gelukkig staat het bed op wieltjes, en ik sleep hem naar de andere kant van de kamer en maak hem opnieuw op, zodat ik kan lezen en kijken naar de kunst in de kamer. De kunstenaar is Peta Al Annah Chigwidden en heet Mother of creation. Het is een lijntekening van een naakte vrouw van achteren, liggend, over vier panelen.
Verblijven in een hotel is een hele andere manier van reizen. Ik heb deze drie dagen geen enkele andere gast gezien. Dat is misschien ook een beetje de vorm van dit hotel, waar geen diningroom bij zit. Maar het ontmoeten van andere mensen tijdens een door een hostel georganiseeerd pannenkoekenontbijt, dat zie je in een hotel niet zo snel denk ik.

Het is zes uur 's avonds, en het is aardedonker. Dit hoort niet, hoor ik mijn lichaam en geest schreeuwen, het kan nog niet donker zijn. Maar dat is het wel. Het voelt als een winterdag in december, zo vroeg al avond. Mijn lichaam is goed gewend aan de nieuwe tijd, maar aan dit nieuwe seizoen zal het nooit wennen. Zelfs nu ik dit schrijf, anderhalve maand later in het zonnige Nederland, is mijn biologische seizoenenklok nog van slag.
Ik loop door Brundle street, de winkelstraat van Adelaide, maar alles is gesloten. Waar Sydney en Melbourne 's avonds gewoon open zijn, 24uurssteden in de New-York traditie, gaat Adelaide dicht. In het licht van de neonreclame en straatlantarens zingt Samantha Edge en speelt ze piano. Leuk, een avondconcert.
'We have bought her CD,' zegt een jongetje. 'It was only ten dollars.' Zijn vader heeft een boerderij buiten Adelaide, hij mest vleeskoeien. Ik zal niet niet tegen hem zeggen dat deze periode een goede tijd is om te verkopen, dat zal hij zelf weten. Hij houdt van Nederlandse koeien. We babbelen over het vliegtuig dat nog steeds niet is gevonden en de verkiezingen in Australië, die op de rol staan. En over de bosbranden, die ook in Europa in het nieuws waren. Dat zijn kindjes hier naar school gaan en hij nu niet meer kan reizen, zoals ik. Hij moet lachen om het paardenvleesschandaal in Europa, wat hier in Australië ook in het nieuws is geweest.
'Five and five is ten,' zegt het jongetje.

10-06-2014

Ngintaka; een songline van de Anangu

Een interpretatie van iiwi na aanleiding van de tentoonstelling Ngintaka in het Southern Australian museum in Adelaide.
De hagedis-man heeft een prachtige maalsteen gestolen van de aboriginals en verstopt in zijn staart zodat de aboriginals hem niet zagen en ontsnapte in de Zuid-Australische woestijn. De aboriginals vertrouwen het niet en zetten de achtervolging in. De hagedis sluipt door het landschap in de nacht. Hij heeft honger. Hij eet verse jeneverbessen, maar ze zijn niet goed en hij kotst ze weer uit. Hij eet van andere bessen, maar er gebeurt hetzelfde. Hij maakt van frustratie enome krassen met zijn klauw in het landschap. Deze krassen zijn hede ten dage nog steeds te zien. De hagedis heeft nu zo'n honger dat de aboriginals zijn lege maag in het landschap zien. Dit is een heilige grot in de aboriginalcultuur. 
De hagedis is moe en heeft honger en gooit de maalsteen weg. Die breekt in honderden stukken. De aboriginals vinden de stukken maalsteen op hun pad en ontsteken in enorme woede als ze zien wat er met hun belangrijke steen is gebeurd.

08-06-2014

Australië

Waar kleuren ongemengd zijn
de hemel andere beelden vormt
Waar water anders smaakt
en tijd buiten oevers treedt
heb ik nog twee minuten beltegoed
Twee minuten alledaagsheid
een druppel water in whiskey
Ik blader door mijn contacten
Wie zal ik eens bellen?

07-06-2014

20-4: Adelaide

In the news: This is a good time to sell livestock. Prices are going up!
De bus brengt ons verder in de Grampians voor een korte natuurwandeling. We wandelen naar de top van Pinacle rocks. We liepen langs de bergkam omhoog, ieder in zijn eigen tempo. Het is nog koud en ik trek zelfs mijn windjack aan. Er is geen echte weg en we klauteren over rotsen tot een bospad dat verder omhoog leidt. Al vrij snel ben ik in mijn eentje. Gelukkig maar, want al dat gekwebbel tijdens het wandelen, dat vind ik maar niets. Ik draai een bocht om en daar staat een kleine bruine wallibi! Ze merkt mij op en hupt twee stappen naar de bescherming van wat bush en blijft mij aanstaren. Ik pak voorzichtig mijn cameram in langzame bewegingen, zodat het dier niet zal schrikken, om mijn zelf gespotte wilde kangoeroe vast te leggen. Ik durf mijn telelens er niet op te schroeven, bang dat ik bend at het dier darvan schrikt en weghupt. Ik hoor de stemmen van twee meisjes die achter mij aan het bospad op lopen en gebaar dat ze zachtjes moeten doen. 'A walibi', fluister ik en wijs. Ook de meisjes maken foto's. Dan hupt het dier dieper het bos in en verdwijnt uit ons zicht.


We komen door gebied dat in februari van dit jaar, dit haalde zelfs het Nederlandse nieuws toendertijd, verwoest werd door brand. Door geluk, draaiende wind, is het plaatsje waar ik zometeen op de bus naar Adelaide stap, gespaard gebleven. De stad was al geëvacueerd en opgegeven. Want hoe erg ook, de bewoners van deze gebieden kennen de risico's van hier wonen en accepteren die. Of de verzekering dat ook doet, dat vertelde Henning niet. De bewoners hadden geluk, en konden een week later door het verwoeste landschap terug naar hun onbeschadigde huizen en winkels.
Het gebied ziet er verwoest uit, zwartgeblakerde boomstompjes met spookachtig gekronkelde takken, als schaduwen van enge wajangpoppen in een schimmenspel, die mensen komen halen voor een reis naar de onderwereld. Maar aan veel zwartgeblakerde bomen zitten al weer groene bladeren. Ze lijken dood, maar zijn dat niet. Na de winterregen zie je van het kale bomenlandschap niets meer terug.
Er zijn ook planten die het vuur nodig hebben om zich te kunnen verspreiden. Ze hebben zaden die door de hitte van het vuur openspringen en ontkiemen, zoda de nieuwe zaadlingen in een landschap zonder concurenten goede kansen hebben zich te ontwikkelen tot nieuwe planten. Ondanks het vuur, soms dus dankzij de brand, zit dit gebied vol leven.
Maar zonder koala's. Zij zijn niet snel genoeg om het vuur te kunnen ontlopen. De Grampians wordt omringt door boerenland, dat koala's uit andere gebieden niet kunnen oversteken. De Grampians zijn dus onbereikbaar voor ze, en ze moeten geherintroduceerd worden. Net als in Nederland niet helemaal echte natuur, maar natuur met de hand van de mens.
Henning is helemaal gek van de aboriginalcultuur en geeft mij allerlei tips en websites voor een toekomstige reis naar Australië. Want pas buiten de gebaande paden van de steden zie je het echte Australië, volgens hem. Ik moet natuurlijk ook nog op de foto met de Japanse meisjes en daarna wordt ik op de VLine naar Adelaide gezet, een busrit tot diep in de avond.

Het is donker in Adelaide en ik heb geen idee waar ik precies heen moet, of waar ik ben. In een parkeergarage van een groot busstation, denk ik. Ik doe maar weer eens wat en sleep mijn koffer, waar inmiddels een van de wieltjes niet meer van draait, door het stationsgebouw naar de passagierslounge, waar gelukkig een kaart ligt. Ik heb een echt heus hotel in Adelaide, waarover later meer, maar voor vanavond heb ik nog een hostel. Ik dacht dat dat handig zou zijn, omdat het hostel midden in de stad ligt, en ik voorzag dat ik geen zin had om in het donker naar een hotel te zoeken, maar nu ik hier ben had ik natuurlijk graag een taxi genomen naar het hotelgebied. Maar anyway, ik loop door de straten en besef me dat ik hier niet zal verdwalen. Zo'n mooie duidelijke stad! Het hostel is groot en ik deel mijn kamer met drie anderen die me snel wegwijs maken in het geheel van nieuwe regels. Soms is slapen in hostel zo leuk, als het zo gaat.

A first for me: Ik dineer met falafelballetjes in iets dat ik niet anders kan omschrijven dan de rosse buurt van Adelaide. Tussen de sexshops en de schaars geklede dames met enorme hakken hap ik mijn broodje weg, terwijl anderen lurken aan een waterpijp. Sexshops overigens, zijn gelegenheden die ik hier in Australië heel vaak tegenkom. Pornobioscopen, DVD-winkels en sexshops zijn hier overal. Zelfs in tijden van internet, waar schaarsgeklede, of volomptueusgeklede mensen, maar waar je hart ligt, een muisklik weg zijn, is er blijkbaar hier nog een markt voor.

05-06-2014

20-04 Kangoeroe's

Het is vijf uur. 5 uur. De zon stijgt in de stad, ik sta voor het raam en drink nog wat. Mijn hart is vol. Ik ben de eerste die opstaat en een mok koffie drinkt voor het raam van de gezamenlijke eetzaal. Drie Japanse meisjes met krultangen volgen snel. Want het is dan vroeg en we gaan met een bus, je haar moet goed zitten. Zij eten cereal zonder melk, ik brood met nutella. 
Ik pap aan met een van de Japanse meisje, Yasami, die wat Engels spreekt, want dat studeert ze, en af en toe wat van mijn Engels in het Japans vertaald voor haar vriendinnen. Ze studeert in Melbourne en heeft een vriendje dat ook Engels studeert, in Perth. Ik merk op dat dat niet zo'n handige regeling is, waar alle meisjes hartelijk om moeten lachen. 

Als we ons ontbijt op hebben gaan we ons mooi maken, tanden poetsen en douchen. Omdat ik al die dingen al gedaan heb om vijf uur, ga ik naar buiten om kangoeroe's te zien. Er is een kangoeroemoeder met een kleintje dat uit haar buidel drinkt.

De anderen komen ook naar buiten om te zoeken in de bossen en we fotograferen onze flashkaarten helemaal vol. Ik zie ook ara's en kaketoes en een vogel met net zo'n kromme snavel als een iiwi. 







01-06-2014

19-04: Nachtwandeling met Kangoeroe's

In the news: Man met blinde geleidehond test taxi's.
Van de 9 keer wordt hij 7 keer geweigerd als klant. Taxi-association: 'You have to obey the law driving taxis. You can't refuse a visual impaired passenger with a dog.'
John Quilligan: 'My dog is my left and my right arm. And everything else.'
Oh, the smell of beerbreath in the morning... Snurkende slaapgenoten en bieradem, het kan gebeuren in een hostel; vijf mensen is eigenlijk te veel voor deze ruimte. Ik ben blij met de frisse morgenlucht bij het tafeltje met lege bierblikjes.
Vandaag word ik opgepikt voor een tour geboekt bij wildlifetours.com.au langs de 12 apostles, een kliffengroep langs de Great Ocean Road, en de Grampians, die me uiteindelijk in Adelaide brengt. Een Frans meisje plakt een handgeschreven A-4tje op het raam van het hostel. Vervoer gevraagd langs Ocean Road - of GOR. Bel ... Nu ben ik even blij dat ik zo'n regelneef ben dat ik maanden van te voren dingen bedenk en boek, want anders had ik hier ook zo kunnen staan. Geen slaapplek en geen vervoer, want het is Goede Vrijdag, wat groter is in Australië dan in Nederland. Er rijdt geen bus voor de komende vier dagen, tot de dag na tweede paasdag. Daarom heb ik een tour geboekt naar Adelaide, niet iets wat ik normaal zou doen, maar het was de enige manier om hiervandaan naar Adelaide te komen!
Ik sta bij het Ilukarestaurant en maak me natuurlijk zenuwachtig. Dit is zo'n punt op reis, van de ene plek naar de andere, waar ik nerveus van word. Ik heb een driekwart tour geboekt en behalve dat dit mijn oppikpunt is, een punt dat niet bij de normale reis hoort, maar voor mij is bedacht, weet ik niets. En die afspraak is in januari gemaakt! Ik heb verder niets gehoord noch gemaild gekregen, en ik weet niet zeker of ik nou geacht word iets te doen, behalve met mijn koffer te wachten voor de deur van het restaurant.
Dat helpt mijn zenuwen niet. In mijn hoofd ga ik al bedenken hoe ik het moet oplossen als ik niet opgepikt word. Op de een of andere manier naar Melbourne terug en dan vliegen naar Adelaide. Ik moet daar de 21ste zijn om mijn trein te halen naar Perth. Dat is een soort deadline op reis. Een enorme groep mensen komt het restaurant binnen. Zijn zij van mijn tour? Dat zou kunnen. Vragen maar, maar aan wie? Aan een jongen met tatoos, die er wel utiziet als een reisleider.
Dat was hij niet, maar ik weet nu wel dat ze niet van mijn tour zijn. Ik voel me opgelaten en durf nu niet meer goed te vragen aan de andere groepen die binnen komen. Het is een half uur na pick-up tijd. Ik bedenk dat ik dit soort halve tours voor mijn eigen gemoedsrust maar niet meer moet boeken. Na drie kwartier spanning komt een chauffeur naar mij toe. Dat hij van de tour is en ik mee kan naar de bus. Ze hadden ergen anders gegeten. De organisatie had netjes doorgegeven dat ik moest worden opgehaald, dus alles was perfect geregeld. Nu nog door de aandacht van nieuweling heenbijten en de fun kan beginnen.
Eigenlijk is deze tour bedoeld om me naar Adelaide te brengen en is wat ik aangeboden krijg een bonus: maar het is wel een hele leuke bonus, die ik me altijd zal herinneren.

De chauffeur heet Henning en is ex-Duitser, want hij mocht zijn Duitse nationaliteit niet houden toen hij Australiër werd. Zijn roadname is Roaster. Hij neemt ons mee voor een korte wandeling door een stuk regenwoud en vertelt over de vleesetende zwarte slakken van Otway, die al leven sinds Godwannaland. Die zien we niet, en volgens mij is niemand daar echt rouwig om.
In het oerwoud verandert het ecosysteem, van een systeem perfect voor eucalyptusbomen naar een systeem voor varens. Ik had altijd begrepen dat Australië sinds het van Antartica gescheiden werd en naar het Noorden dreef geologisch vrij inert was, maar dit stuk land is pas veel later omhoog gekomen, hoor ik van Henning. De Godwannaslakken moeten hier dus heen gemigreerd zijn, bedenk ik me.

De 12 apostles zijn stukken klif die door erosie van de kust is gescheiden. Er zijn er nooit 12 geweest, anders dan dat de Nederlandse wiki pretendeert. De naam is in de begintijd van het toerisme bedacht om mensen te lokken. De plek heette de zeug en de biggetjes (The Sow and pigglets) en dat trok blijkbaar niemand. De 12 apostellen wel, want het staat vol met toeristen.  In 2005 stortte een van de rotsen in zee. De zee zal alle rotspunten ooit helemaal verzwelgen. De zee zal echter van de kust nieuwe rotsformaties afbrokkelen, zodat er nog heel lang rotsformaties zullen staan op deze plek, al zijn dat hele andere dan er nu staan.


Hoe gevaarlijk dit soort plekken kunnen zijn illustreert het verhaal dat Henning ons, als we weer vertrekken, vertelt van een andere piek in het water, even verderop; The London Arch. Deze piek zat tot 1990 aan het vasteland vast via een landbrug van rots (hence the name). Terwijl er mensen op de piek aan het fotograferen waren stortte de hele landbrug in, de toeristen gestrand op de piek achterlatend. Een aantal mensen zag het gebeuren en schakelde de politie in. Die deed echter urenlang niets; er kwamen vaker grappenmakers langs die beweerden dat de brug was ingestort! De toeristen werden uiteindelijk gered door een helicopter.

We rijden in een inktzwarte wereld. 'Buckle up guys,' komt de stem van Henning. 'Hier lopen kangoeroe's vrij rond, dus voor als ik een noodstop moet maken moet iederen in de veiligheidsriemen zitten.' We doen dat giechelend. We zien niets, behalve het licht van de koplampenen soms een schaduw. Zonder incidenten bereiken we onze slaapplaats, een hostel in niemandsland. Dit niemandsland blijkt een plaatsje van 400 inwoners... en heel veel kangoeroe's. Er is veel lekker gras voor ze, en worden niet gejaagd. Als we onze bedden hebben opgemaakt zijn we weer klaar wakker en ik wil wel even wandelen in het donker. Van Henning krijg ik een zaklamp op mijn hoofd, net als twee Duitsers. We lopen van de weg af, en zien helemaal niets tot twee meter voor ons, maar we horen wel wat. Een soort piepen, dat je makkelijk zou kunnen afdoen als van een vogel. We knippen onze hoofdlampen aan en dan zien we ze, 20 kangoeroe's, in het donker knabbelend aan het gras. Alle drie doen we verschrikt onze hand voor de mond. De dieren kijken verstoord op en we knippen onze lampen weer uit. We schuifelen naar voren en gaan op onze knieën zitten voor we de lampen weer aandoen. In het licht blijven de kangoeroe's, een aantal grote en kleine, zitten knabbelen. Ik steek mijn hand uit en een kangoeroe hopt naar mij toe en snuffelt aan me. Ik houd mijn adem en nerveuze giechel in. Dan beseft de kangoeroe dat ik niet ruik naar gras en gaat twee hoppen verderop weer eten. Als we de lampen weer uitdoen hoeren we het hoppen van de beesten. Verschrikt doen we de lampen weer aan, maar ze komen niet op ons af, maar staan een stukje verder alweer van het gras te knabbelen.


Het is een raar opgewonden gevoel zo in het donker tussen de kangoeroe's te staan. Hoe is het mogelijk dat ik dit meemaak? We giechelen alle drie en lopen terug naar ons hostel, met een herinnering rijker die ons de rest van ons leven bij zal blijven.